Tag Archives: Getuigenis afleggen

De aanduiding door Paulus en Jacobus van de werken die wij horen te doen

Omtrent geloof en werken is er doorheen de geschiedenis van de kerk veel discussie geweest.  Ook wij durven dit onderwerp ter berde brengen en in de voorgaande berichten kan u lezen hoe het geloof zonder werken dood is en waarom wij wel degelijk werken moeten doen om de toegang tot het Koninkrijk van God niet te missen.

Want vergis u niet. In tegenstelling tot wat vele dominees u willen diets maken is er voor diegene die christen wil worden wel degelijk nog heel wat te doen. Zij die tot geloof zullen willen komen moeten er ook moeite voor doen (vraagt werk) en zullen dan ook spijt moeten betuigen van hun vroeger geleden fouten (weer een actie die ondernomen moet worden) . Door lezing en studie van de bijbel (een werk) zal men tot geloof kunnen komen en moeten besluiten of men gedoopt wil worden en dan witgewassen worden van voorgaande zonde (vraagt een te ondernemen actie).

Na de doop zal het echter niet gedaan zijn want dan moet men werkelijk het voorgaande leven op zij durven zetten en bewijzen dat men een vernieuwd leven wil instappen (= werk) als herboren of wedergeboren christen. Dan zal men verder moeten gaan schaven aan zijn karakter en er toe werken om te komen gelijk Christus te worden, wat veel werk zal vergen.

Wij mogen ook niet vergeten dat Jezus zijn volgelingen heeft opgeroepen om uit te gaan in de wereld om de Boodschap van het Goede Nieuws te verkondigen en groepen te maken die meermaals te samen zouden komen om het Woord van God te bestuderen en God te loven.

Naast het opzij zetten van het voorgaande leven zullen wij moeten trachten één te worden in het Lichaam van Christus (vraagt werk) en proberen apart-geplaatst te worden of ‘heilig‘ te worden, dat eveneens veel werk zal vragen. Jezus vraagt ons ook om niet van de wereld te zijn. Dat houdt in dat wij zullen afstand moeten durven nemen van de wereldse en heidense gebruiken en ons houden aan de door God opgegeven regels, gebruiken en feesten.

In het geloof gekomen moeten onze daden of de werken die wij doen getuigen van onze geloofskeuze. Indien wij ons leven verder in zondige toestand doorzetten en niet vechten tegen de vele verleidingen zullen wij de kans mislopen om het Koninkrijk Gods binnen te treden.

 


“3 Want dit is [de] wil van God, uw heiliging: dat gij u onthoudt van de hoererij; 4 dat een ieder van u zijn eigen vat weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid, 5 (niet in wellustige begeerte, zoals de volken, die God niet kennen), 6 en dat men de rechten van zijn broeder niet vertrede, noch hem bedriege in die 1 zaak, want de Heer is een wreker van dit alles, zoals wij u ook vroeger gezegd en betuigd hebben. {1. Lett. ‘de’. De bedoeling is, dat men de rechten van zijn broeder niet vertreedt, noch hem bedriegt, door met zijn vrouw overspel te bedrijven.}
7 Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging. 8 Daarom, wie [dit] veracht, veracht niet een mens, maar God, die u ook zijn Heilige Geest gegeven heeft.

9  Wat nu de broederliefde betreft, hierover is het niet nodig u te schrijven; want zelf zijt gij door God onderwezen om elkaar lief te hebben; 10 gij doet dat dan ook ten aanzien van alle broeders, die in heel Macedonië zijn. Maar wij vermanen u, broeders, daarin nog toe te nemen 11 en u te beijveren om rustig te zijn en uw eigen zaken te doen en met uw eigen handen te werken, zoals wij u bevolen hebben, 12 opdat gij welvoeglijk wandelt tegenover hen die buiten zijn en van niemand [iets] nodig hebt. 2 {2. Of ‘niets nodig hebt’.}” (1 Thessalonicen 4:3-12 VoorhNT4)

“2  Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, 3 want gij weet dat de beproeving van uw geloof volharding werkt. 4 Maar laat de volharding een volmaakt werk hebben, opdat gij volmaakt en volkomen zijt en het u aan niets ontbreekt.

5 En als aan iemand van u wijsheid ontbreekt, laat hij [die] vragen aan God, die aan allen geeft, mild en zonder verwijt, en zij zal hem gegeven worden. 6 Maar laat hij vragen in geloof, zonder te twijfelen. Want wie twijfelt, is gelijk aan een golf van de zee, die door de wind gedreven en op en neer geworpen wordt. 7 Want zo iemand moet niet menen dat hij iets ontvangen zal van de Heer; 8 [hij is] een wankelmoedig man, onbestendig in al zijn wegen. 9 Maar laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, 10 en de rijke in zijn geringheid, omdat hij als een bloem van het gras zal vergaan.” (Jakobus 1:2-10 VoorhNT4)

“12 Welgelukzalig de man die verzoeking verdraagt; want beproefd bevonden, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.

13  Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word door God verzocht. Want God kan niet verzocht worden door het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. 14 Maar een ieder wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte meegesleept en verlokt wordt. 15 Daarna, als de begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde voleindigd is, brengt zij de dood voort.” (Jakobus 1:12-15 VoorhNT4)

“19  Weet [dit], mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn.
20 Want de toorn van een man volbrengt Gods gerechtigheid niet. 21 Daarom, legt af alle onreinheid en overmaat van boosheid en ontvangt met zachtmoedigheid het ingeplante woord, dat uw zielen behouden kan.

22 En weest daders van het woord en niet alleen hoorders, anders misleidt gij uzelf. 23 Want als iemand een hoorder van het woord is en niet een dader, dan is hij gelijk aan een man die zijn natuurlijk gezicht in een spiegel beschouwt; 24 want hij heeft zich beschouwd, is weggegaan en is onmiddellijk vergeten, hoe hij er uitzag. 25 Maar wie inziet in de volmaakte wet, die van de vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtig hoorder, maar als een dader van het werk, zal welgelukzalig zijn in zijn doen.

26 Als iemand meent godsdienstig te zijn en zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos. 27 Reine en onbesmette godsdienst voor God en de Vader is: wezen en weduwen te bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbevlekt van de wereld te bewaren.” (Jakobus 1:19-27 VoorhNT4)

“1  Mijn broeders, hebt het geloof van onze Heer Jezus Christus, [de Heer] der heerlijkheid, niet met aanzien des persoons. 2 Want als er in uw synagoge een man binnenkomt met een gouden ring, in prachtige kleding, en er komt ook een arme binnen in vuile kleding, 3 en gij ziet op naar hem die de prachtige kleding draagt en zegt: Zit gij hier op een goede plaats, en tot de arme zegt gij: Sta gij daar, of: Zit hier onder [bij] mijn voetbank, 4 hebt gij dan niet bij uzelf onderscheid gemaakt en zijt rechters geworden met boze overleggingen?” (Jakobus 2:1-4 VoorhNT4)

“8  Als gij dan de koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: ‘Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf’, 2 dan doet gij wèl. {2. #Le 19:18.} 9 Maar als gij de persoon aanziet, doet gij zonde en wordt door de wet overtuigd als overtreders.
10 Want wie de hele wet houdt, maar op één [punt] struikelt, is schuldig geworden aan alle. 11 Want [Hij] die gezegd heeft: ‘Gij zult geen overspel plegen’, heeft ook gezegd: ‘Gij zult niet doden.’ 1 Als gij nu geen overspel pleegt, maar wel doodt, dan zijt gij een overtreder van de wet geworden. {1. #Ex 20:13,14.}

12 Spreekt zó en doet zó als zij die door de wet van de vrijheid geoordeeld zullen worden. 13 Want zonder barmhartigheid zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid betoond heeft. De barmhartigheid roemt tegen 2 het oordeel. {2. Of ‘triomfeert over’.}

14  Wat baat het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken?
Kan het geloof hem redden?

15 Als nu een broeder of zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel, 16 en iemand van u zegt tot hen: Gaat heen in vrede, warmt u en verzadigt u, maar gij geeft hun niet, wat zij voor het lichaam nodig hebben, wat baat het?
17 Zo is ook het geloof, als het geen werken heeft, op zichzelf genomen, dood.

18 Maar iemand zal zeggen: Gij hebt geloof en ik heb werken. Toon mij uw geloof zonder werken en ik zal u mijn geloof tonen uit mijn werken.

19 Gij gelooft dat God één is; gij doet wèl; dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen. 20 Maar wilt gij weten, nietig mens, dat het geloof zonder de werken dood 3 is? {3. V.l. ‘ledig’.}

21 Is Abraham, onze vader, niet op grond van werken gerechtvaardigd, toen hij Izaäk, zijn zoon, op het altaar geofferd had?
22 Gij ziet, dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat het geloof uit de werken volmaakt werd.

23 En de Schrift werd vervuld, die zegt: ‘En Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend’, 4 en hij werd een vriend van God genoemd. {4. #Ge 15:6.}

24 Gij ziet dat een mens op grond van werken gerechtvaardigd wordt en niet op grond van geloof alleen.

25 En is niet evenzo Rachab, de hoer, op grond van werken gerechtvaardigd, toen zij de boden opgenomen en langs een andere weg uitgelaten had? 26 Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.” (Jakobus 2:8-26 VoorhNT4)

“13  Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij zijn werken tonen uit een goede wandel in zachtmoedigheid van de wijsheid. 14 Maar als gij bittere naijver en twistzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid. 15 Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar zij is aards, zinnelijk, duivels. 16 Want waar naijver en twistzucht is, daar is verwarring en allerlei kwaad. 17 Maar de wijsheid die van boven is, is in de eerste plaats rein, vervolgens vreedzaam, inschikkelijk, gezeggelijk, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig, ongeveinsd. 18 Maar de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede maken.” (Jakobus 3:13-18 VoorhNT4)

“1  Vanwaar oorlogen en vanwaar twisten onder u? Is het niet hiervan: van uw hartstochten, die in uw leden strijd voeren?

2 Gij begeert, en hebt niet; gij moordt en gij benijdt, en kunt niet verkrijgen; gij vecht en strijdt. Gij hebt niet, omdat gij niet bidt. 3 Gij bidt en ontvangt niet, omdat gij [in] verkeerde [gezindheid] bidt, om het in uw hartstochten door te brengen. 4 Overspeligen, weet gij niet, dat vriendschap met de wereld vijandschap is tegen God? Wie dus een vriend van de wereld wil zijn, betoont zich een vijand van God. 5 Of meent gij dat de Schrift tevergeefs spreekt? Begeert de Geest, die in ons woont, met naijver? 6 Maar hij geeft grotere genade. Daarom zegt hij: ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.’ 1 {1. #Spr 3:34.} 7 Onderwerpt u dan aan God. Weerstaat de duivel en hij zal van u vluchten. 8 Nadert tot God en Hij zal tot u naderen. Reinigt de handen, zondaars, en zuivert de harten, gij die wankelmoedig zijt. 2 {2. Eig. ‘dubbelhartigen’.} 9 Beseft uw ellende, treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren en uw blijdschap in verslagenheid. 10 Vernedert u voor [de] Heer, en Hij zal u verhogen. 11 ¶ Spreekt geen kwaad van elkaar, broeders. Wie van zijn broeder kwaad spreekt of zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad van de wet en oordeelt de wet. En als gij de wet oordeelt, zijt gij geen dader van de wet, maar een rechter. 12 Eén is de Wetgever en Rechter, Hij, die behouden en verderven kan. Maar wie zijt gij, dat gij de naaste oordeelt?” (Jakobus 4:1-12 VoorhNT4)

“7 Hebt dan geduld, broeders, tot de komst van de Heer. Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht van het land en heeft er geduld mee, totdat deze de vroege en late regen ontvangt. 8 Hebt ook gij geduld, sterkt uw harten, want de komst van de Heer is nabij.

9 Zucht niet tegen elkaar, broeders, opdat gij niet geoordeeld wordt. Zie, de Rechter staat voor de deur. 10 Broeders, neemt tot een voorbeeld van lijden en geduld de profeten, die in de naam van [de] Heer gesproken hebben.” (Jakobus 5:7-10 VoorhNT4)

“12  Maar vóór alles, mijn broeders, zweert niet, noch bij de hemel, noch bij de aarde, noch enige andere eed. Maar uw ja zij ja, en uw neen neen, opdat gij niet onder het oordeel valt. 13 Lijdt iemand onder u? Laat hij bidden. Is iemand welgemoed? Laat hij lofzingen.

14 Is iemand onder u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente bij zich roepen en laten zij over hem bidden en hem zalven 1 met olie in de naam van [de] Heer. {1. Of ‘nadat zij hem gezalfd hebben’.} 15 En het gebed van het geloof zal de zieke behouden, en de Heer zal hem oprichten; en als hij zonden gedaan heeft, het zal hem vergeven worden. 16 Belijdt dan elkaar de misdaden 2 en bidt voor elkaar, opdat gij genezen wordt. Het krachtig gebed 3 van een rechtvaardige vermag veel. {2. V.l. ‘zonden’. 3. Of ‘een vurige smeking’.}” (Jakobus 5:12-16 VoorhNT4)

“19 Mijn broeders, als iemand onder u van de waarheid afdwaalt en een ander brengt hem terug, 20 weet dan, dat wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, een ziel van de dood redden en een menigte van zonden bedekken zal.” (Jakobus 5:19-20 VoorhNT4)

 

*

 

+

Engelse versie / English version: You may find the bible quotes in Paul giving notice of the works we have to do + The works we have to do according to James the brother of Christ

Voorgaande

Discussie over geloof grond en het uitgangspunt voor elke andere discussie

Zij die in de renbaan lopen en geroepen zijn voor rechtvaardiging door geloof

Geen race voor de snelste, noch een strijd der helden

Voor Katholieken ook een jaarthema rond barmhartigheid

Wie zichzelf kent, is mild voor een ander

EU Bestuurders veranderden Brussel in een walmende puinhoop!

++

Aanvullende teksten

  1. Woorden neergeschreven ter toerekening van elke mens
  2. Schriftwoord door God geïnspireerd bruikbaar voor onderricht en toerusting
  3. Gods vergeten Woord 3 Verloren Wetboek 2 Moderne scepsis
  4. Gods vergeten Woord 7 Verloren Wetboek 6 Eredienst
  5. Gods vergeten Woord 20 Geopenbaarde Woord 5 Onoverbrugbare kloof
  6. Missionaire hermeneutiek 4/5
  7. Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
  8. God werkt het geloof
  9. Een koning die zijn onderdanen wetten oplegt waarvan hij weet dat zij zich er nooit aan kunnen houden
  10. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  11. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #5 Verblijven in Christus
  12. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
  13. Doop en Geloof
  14. Van goede moed zijnde om de wedloop te voleindigen
  15. Verzoening en Broederschap 2 Uit de eigen cocon stappen
  16. Verzoening en de gekochte race
  17. Nooit te laat om te beginnen met te gaan naar het juiste einde
  18. Op zoek naar spiritualiteit 8 Eigen spiritualiteit
  19. Fragiliteit en actie #11 Horen
  20. Geloof is te weten dat er een oceaan is omdat je een beekje gezien hebt.
  21. Liefde door geloof zonder te zien
  22. Geloof is dat God hetgene zal doen wat juist is.
  23. Geloof is een pijpleiding
  24. Geloof een verbintenis tot de beloften van Christus en een verbintenis aan de eisen van Christus
  25. Geloof zoals aardappelen
  26. Geloof waar je uit leeft
  27. Geloof dat stenen verplaatst
  28. Ernstig strijdend voor het geloof
  29. Esoterisch geloven
  30. Wegen die tot God leiden
  31. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #8 Gebed #6 Communicatie en manifestatie
  32. Gehoorzamen aan God
  33. Joodse Wetten en Wetten voor Christenen
  34. Leven van Christus leerstellingen
  35. Hoe heeft Jezus zulk een plezier voor God gedaan
  36. De Leidsman van geloof
  37. Liefde voor Jezus Christus
  38. De betrokkenheid van geniaal leerlingschap
  39. Niet spelen met Christelijk geloof
  40. Overtuiging voor de dingen die God beloofde
  41. Vrees hebben voor de juiste persoon
  42. Angst is de grote boosdoener in ons streven naar een beter mens te worden.
  43. Een “zaad” voor de zegening van de gehele mensheid gekomen door de familie van Abraham
  44. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  45. Een goddelijk Plan #7 Dwepers en spotters
  46. De Dag is nabij #3 Niet laten verrassen
  47. De nacht is ver gevorderd 3 Studie 1 Zijn het de laatste dagen? 2 Wat betekent dit alles?
  48. De nacht is ver gevorderd 4 Studie 1 Zijn het de laatste dagen? 3 Hoe pakken we het aan?
  49. De nacht is ver gevorderd 22 Studie 4 Nu actueel: Nut van tekenen
  50. De nacht is ver gevorderd 23 Studie 4 Nu actueel: Daad van geloof
  51. De nacht is ver gevorderd 24 Studie 4 Zorg voor de naaste
  52. Geloof en denken bij elkaar horend
  53. Geleerd en Gelovig
  54. Spirualiteit geeft smaak aan leven
  55. Christen worden iets anders dan lid worden van een kerk.
  56. Wees druk bezig met het belangrijke teken van geloof
  57. Vruchten van geest beletten hetzij inactief of onvruchtbaar te zijn
  58. Een koning die zijn onderdanen wetten oplegt waarvan hij weet dat zij zich er nooit aan kunnen houden
  59. Een hart op de juiste plaats en helder brandend geloof
  60. Heb vertrouwen in je geloof … twijfel aan je twijfels
  61. Geloofstwijfel, geloofsafval en kerk in moeilijkheden
  62. Religie in Nederland in kaart gebracht
  63. Steeds meer Amerikanen niet-gelovig
  64. Britten: gelovig maar weinig praktiserend
  65. Meerderheid Duitse ondernemers gelooft in God
  66. De Kerk waar de mens der wetteloosheid zich nestelt
  67. Christendom blijft van invloed
  68. Zeker zijnde van Bevrijding
  69. Opwekking begint in het gezin
  70. Ademen om les te geven
  71. Geloof delen
  72. Ernstig strijdend voor het geloof
  73. Het geloof delen
  74. Woorden in de Wereld
  75. Woede en vertrouwen
  76. Geloven om te begrijpen
  77. Geloof heeft te maken met hoe je voelt
  78. Laat de hoop in Uw Koninkrijk bevestigd worden
  79. Een alles oplossend geloof
  80. Ter verdediging van Twijfel
  81. Belemmeringen voor uw doel
  82. Trouw wanneer het meest nodig is
  83. Eerst denken dan praten
  84. Vuur in zich hebben om anderen warm te maken
  85. Al of niet verenigen
  86. Een norm waaraan de verstandigen en eerlijken zich kunnen herstellen optrekken
  87. Laat mij geloofszaadjes zaaien
  88. Van jaartallen van diepste spijt zijn vreugden gedistilleerd
  89. Hij zal geen goede dingen weerhouden
  90. Virussen van onze maatschappij
  91. Indien u nu zou sterven

+++

Verder aanverwante lectuur

  1. Geloof
  2. Ek glo nie
  3. Die Skild van Geloof
  4. ‘n Gebore Christen
  5. Ken die stem van jou gees
  6. Sleutels tot Groot Geloof (1): Die Basis Van Ons Geloof
  7. Wijsheid op woensdag: religiegoïsme
  8. Een fit lichaam en een fitte geest
  9. Twee duiwels wat ons lewenvreugde steel
  10. Die Gordel van Waarheid
  11. Droogte van die gees
  12. Hoe om te vat met die Vingers van Geloof (1) – Vra sonder twyfel
  13. Hoe om te vat met die vingers van geloof (2)
  14. Wijsheid op woensdag: ik doe het niet
  15. Soms maakt een mens onwillekeurig domme fouten.
  16. De zuilen zijn nooit weggeweest
  17. Hoe de chocoladepaashaas zorgt voor onze eigen wedergeboorte
  18. Gedenk julle voorgangers reeks: nommer 1-4

+++

30 Comments

Filed under Aanhalingen uit Heilige Geschriften, Levensstijl, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden, Voelen en Welzijn

Goed Nieuws brengen met en door voorbeeld

Christenen hun gedrag vandaag

Vandaag kunnen wij nog steeds verscheidene mensen vinden die beweren Christen te zijn. Als wij dan nagaan wat zij werkelijk geloven en hoe zij Jezus Christus navolgen kunnen wij ons eerder afvragen waarom zij zich eigenlijk christen noemen.

Als wij naar de gedragingen van de mensen kijken die beweren christen te zijn kan men zich ook dikwijls de vraag stellen wat zij dan wel onder dat christen-zijn verstaan en welk het verschil dan wel mag zijn tussen hen en niet gelovigen. Wat onderscheidt hen van diegenen die niet in Christus geloven en niet in een god geloven?

Het Christen zijn, houdt dat niet in een volgeling van Christus te zijn. Hoort daarbij ook niet het opvolgen van zijn leerstellingen en zijn opgaven?

Een ware Christen volgt de leerstellingen van Jezus Christus en houdt zich daar aan om die liefde van Christus ook met anderen te willen delen.

Liefde en goed nieuws delen met anderen

Het is een troost te weten dat de bijbel goed nieuws verkondigt, het nieuws namelijk dat Gods koninkrijk een eind zal maken aan ziekte, honger, misdaad, oorlog en alle vormen van onderdrukking.

 Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde* der aarde.De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken;+ De wagens* verbrandt hij in het vuur.+ (Psalm 46:9)

12 Want hij zal de arme die om hulp schreeuwt, bevrijden,+ Ook de ellendige en al wie geen helper heeft.+ (Psalm 72:12).

Is dat geen nieuws dat iedereen moet horen?

Zij die in Jezus Christus geloven en hem liefhebben willen ook deelgenoot zijn van zijn lichaam en samen met anderen die liefde delen en het goede nieuws verkondigen, zoals Jezus het zijn leerlingen gevraagd heeft om te doen.

  19 Gaat daarom en maakt discipelen*+ van mensen uit alle natiën,+ hen dopende+ in* de naam van de Vader+ en van de Zoon+ en van de heilige geest,+ 20 en leert+ hun onderhouden+ alles wat ik U geboden heb.+ En ziet! ik ben met U+ alle dagen tot het besluit* van het samenstel van dingen.”*+ (Mattheüs 28:19 20).

Ook zei hij tot hen dat hun prediking zich tot „de verst verwijderde streek der aarde” zou uitstrekken (Handelingen van de apostelen 1:8).

14 En dit goede nieuws+ van het koninkrijk+ zal op de gehele bewoonde aarde* worden gepredikt* tot een getuigenis* voor alle natiën,+ en dan zal het einde*+ komen. (Mattheüs 24:14)

Opdracht gegeven door Jezus Christus

An outdoor sermon (The Preaching of St. John t...

Oude meesters konden zich indenken hoe Johannes de doper, Jezus en de apostelen mensen trachtten te bereiken door het prediken. Zo bracht Pieter Breugel de Oudere een voorstelling van de predikende Johannes de doper, geplaatst in zijn omgeving, in 1565, het jaar voor de beeldenstorm (Foto credit: Wikipedia)

De opdracht die Jezus aan zijn leerlingen heeft gegeven geldt ook voor de discipelen van vandaag. Zij heeft betrekking op het bekend maken van het goede nieuws van Gods koninkrijk en van redding door geloof in Jezus Christus. Het wordt in de bijbel aangeduid als „het goede nieuws van het koninkrijk” (Mattheus 4:23), „het goede nieuws van God” (Romeinen 15:16), „het goede nieuws over Jezus Christus” (Markus 1:1), „het goede nieuws van de onverdiende goedheid van God” (Handelingen van de apostelen 20:24), „het goede nieuws van vrede” (Efeziërs 6:15) en het „eeuwig goed nieuws” (Opbenbaring van Johannes 14:6).

Jezus achtte het getrouw vasthouden aan het goede nieuws en het blijven verkondigen ervan belangrijker dan iemands huidige leven, en ook Paulus erkende dat de getrouwe bekendmaking ervan van levensbelang was (Markus 8:35; 1 Korinthiërs 9:16; 2 Titus 1:8). Iemand zou zijn dierbaarste bezittingen kunnen verliezen, ja, zelfs vervolging kunnen ondergaan, maar daar staat tegenover dat hij nu reeds honderdvoudig zou ontvangen,

„huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, . . . en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven”. — Mr 10:29, 30.

Toetssteen ter beoordeling

Het goede nieuws is de toetssteen op grond waarvan de mensheid wordt geoordeeld:
Het goede nieuws aanvaarden en gehoorzamen, leidt tot redding; verwerping en ongehoorzaamheid hebben vernietiging tot gevolg (1 Petrus 4:5, 6, 17; 2 Thessalonicenzen 1:6-8). Vooral met het oog op dit feit moet de beweegreden waarmee iemand het goede nieuws predikt, zuiver zijn, en hij moet de prediking van harte verrichten, uit liefde voor degenen die luisteren.
De apostelen hadden zo veel waardering voor de belangrijkheid van het levengevende goede nieuws en werden dermate door Gods geest en door liefde aangevuurd dat zij degenen die naar hun prediking luisterden, niet alleen het goede nieuws meedeelden maar ook hun „eigen ziel” (1 Thessalonicenzen 2:8).
God had bepaald dat de verkondigers van het goede nieuws het recht hadden om materiële ondersteuning te aanvaarden van degenen aan wie zij het goede nieuws bekendmaakten (1 Korinthiërs 9:11-14). Maar Paulus en zijn naaste medewerkers achtten het voorrecht dat zij hadden om het goede nieuws te verkondigen zo dierbaar dat zij het angstvallig vermeden daaruit financieel gewin te behalen of zelfs maar de schijn daartoe te wekken. In 1 Korinthiërs 9:15-18 en 1 Thessalonicenzen 2:6, 9 beschrijft de apostel Paulus hoe hij in dit opzicht handelde.

Afgedwongen respect

Jesus is considered by scholars such as Weber ...

Jezus wordt als een charismatisch religieuze leider aanschouwt (Foto credit: Wikipedia)

Tijdens zijn bediening dwong Jezus respect af van zijn leerlingen en omstanders door steeds op een gepaste liefdevolle manier te antwoorden.

Jezus was „zachtaardig en ootmoedig van hart” (Mattheus 11:29). Hij was ook een man van de daad. Nooit onttrok hij zich aan zijn verantwoordelijkheden (Markus 6:34; Johannes 2:14-17). Vriendelijk gaf hij zijn discipelen goede raad, herhaaldelijk zelfs als dat nodig was (Mattheus 20:21-28; Markus 9:33-37; Lukas 22:24-27).

Jezus’ voorbeeld leert ons hoe om te gaan met anderen en hoe onze prediking uit te voeren.

Onderwijzers zijn

Als volgelingen van Christus weten we dat we onderwijzers moeten zijn (Mattheüs 28:19, 20). We weten dat de tijd waarin we leven het dringend noodzakelijk maakt dat we zo goed mogelijk onderwijs geven. En we weten dat ons onderwijs voor degenen die we onderwijzen zelfs het verschil kan uitmaken tussen leven en dood! (1 Timotheüs 4:16)

Ons Voorbeeld van een onderwijzer is niemand minder dan Jezus Christus, die tot zijn volgelingen zei:

„Ik heb u het voorbeeld gegeven” (Johannes 13:15).

Brainerd preaching in the open-air to Native A...

Brainerd in openlucht predikend voor Native Americans. (Foto credit: Wikipedia)

Hij doelde op zijn voorbeeld in het tonen van nederigheid, maar het model dat Jezus ons verschafte, omvat beslist het belangrijkste werk dat hij als mens op aarde verrichtte — mensen het goede nieuws van Gods koninkrijk onderwijzen (Lukas 4:43). Als u nu één woord moest kiezen om Jezus’ bediening te beschrijven, zou u waarschijnlijk het woord „liefde” nemen, nietwaar? (Kolossenzen 1:15; 1 Johannes 4:8) Jezus’ liefde voor zijn hemelse Vader, Jehovah, was het belangrijkste (Johannes 14:31). Maar als onderwijzer gaf Jezus op nog twee manieren van liefde blijk. Hij hield van de waarheden die hij onderwees, en hij hield van de mensen die hij onderwees.

Goddelijke wijsheid stond voorop bij Jezus, waarbij hij deze steeds toeschreef aan zijn hemelse Vader in wie hij meer waardering vond.

52 En Jezus bleef toenemen in wijsheid+ en in fysieke groei en in gunst bij God en de mensen.+ (Lukas 2:52).

Jezus in zijn onderricht gebruikte steeds Gods Woord, de Schrift waaruit hij kennelijk heel liefdevol uit citeerde en bij elk antwoord dat hij gaf een zorgvuldig gebruik van Gods Woord maakte.

De liefde die Jezus voor de door hem onderwezen waarheden had, was altijd duidelijk merkbaar. Per slot van rekening zou hij gemakkelijk zijn eigen ideeën hebben kunnen ontwikkelen. Hij bezat een enorme schat aan kennis en wijsheid (Kolossenzen 2:3). Niettemin herinnerde hij zijn toehoorders er steeds weer aan dat alles wat hij onderwees niet van hemzelf was, maar van zijn hemelse Vader (Johannes 7:16; 8:28; 12:49; 14:10). Hij hield zo veel van goddelijke waarheden dat hij ze niet door zijn eigen gedachten wilde vervangen.

Onderwijs in allerlei plaatsen

Jezus leidde zijn discipelen zowel door woord als door voorbeeld op. Hij onderwees niet alleen in het openbaar, maar ook in particuliere huizen door het goede nieuws rechtstreeks bij de mensen te brengen (Mattheus 9:10, 28; Lukas 7:36; 8:1; 19:1-6). Uit de verslagen van de evangelieschrijvers blijkt dat Jezus’ discipelen in veel gevallen aanwezig waren wanneer hij aan diverse soorten van mensen getuigenis gaf, want deze gesprekken zijn opgetekend. Volgens het boek Handelingen volgden zijn discipelen dat voorbeeld en bezochten zij de mensen van huis tot huis om de Koninkrijksboodschap bekend te maken. (Handelingen van de apostelen 5:42; 20:20)

Jezus legde aan zijn discipelen uit wat een ware dienaar van God was, door te zeggen:

„De koningen der natiën heersen over hen, en zij die autoriteit over hen hebben, worden Weldoeners genoemd. Gij dient evenwel niet zo te zijn. Maar wie onder u de grootste is, moet als de jongste worden, en degene die als de voornaamste optreedt, als degene die dient. Want wie is groter, degene die aan tafel aanligt of degene die bedient? Is het niet degene die aan tafel aanligt?”

Vervolgens zei hij, daarbij zijn eigen loopbaan en gedrag ten voorbeeld stellend:

„Ik ben echter in uw midden als degene die bedient” (Lukas 22:25-27).

Bij die gelegenheid demonstreerde hij deze beginselen — de eigenschap nederigheid inbegrepen — op krachtige wijze door de voeten van de discipelen te wassen. — Johannes 13:5.

Geen religieuze titels nodig

Verder wees Jezus zijn discipelen erop dat ware dienaren van God geen vleiende religieuze titels aannemen, en die ook niet aan anderen verlenen:

„Gij moet u geen Rabbi laten noemen, want één is uw leraar, terwijl gij allen broeders zijt. Noemt bovendien niemand op aarde uw vader, want één is uw Vader, de Hemelse. Laat u ook geen ’leiders’ noemen, want één is uw Leider, de Christus. De grootste onder u moet echter uw dienaar zijn. Al wie zich verhoogt, zal vernederd worden, en al wie zich vernedert, zal verhoogd worden.” — Mattheus 23:8-12.

St. peter preaching 20.JPG

De heilige Petrus ging uit om het goede nieuws te verkondigen (Photo credit: Wikipedia)

De gezalfde volgelingen van de Heer Jezus Christus zijn net als Paulus ’dienaren van het goede nieuws’ (Kolosenzen 1:23); zij zijn ook „dienaren van een nieuw verbond”, daar zij in deze verbondsverhouding tot Jehovah God staan, waarbij Christus de Middelaar is (2 Korintiërs 3:6; Hebreeuwen 9:14, 15). Aldus zijn zij dienaren van God en van Christus (2 Korintihiërs 6:4; 11:23). Hun bekwaamheid komt van God door bemiddeling van Jezus Christus, niet van de een of andere mens of organisatie. Zij hoeven als bewijs voor hun bediening niet een of ander document of certificaat te overleggen, zoals een aanbevelingsbrief of een schriftelijke machtiging. Als hun ’aanbevelingsbrief’ kunnen zij wijzen op de personen die zij hebben onderwezen en opgeleid om, net als zij zelf, dienaren van Christus te zijn. Hierover zegt de apostel Paulus:

„Hebben wij misschien, zoals sommigen, aanbevelingsbrieven voor u of van u nodig? Gijzelf zijt onze brief, geschreven op ons hart en gekend en gelezen door alle mensen. Want het is duidelijk dat gij een brief van Christus zijt, geschreven door ons als bedienaren, niet met inkt geschreven, maar met geest van een levende God, niet op stenen tafelen, maar op vleselijke tafelen, op harten” (2 Korinthiërs 3:1-3).

Hier beschrijft de apostel de liefde en de verbondenheid, de warme genegenheid en de zorg van de christelijke bedienaar voor degenen die hij dient, want zij zijn ’op het hart [van de bedienaar] geschreven’.

Gegeven gaven

Na zijn hemelvaart gaf Christus de christelijke gemeente dan ook „gaven in mensen”. Daartoe behoorden apostelen, profeten, evangeliepredikers, herders en leraren, en zij werden gegeven

„met het oog op het terechtbrengen van de heiligen, voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van de Christus” (Efeziërs 4:7-12).

Hun bekwaamheid als dienaren komt van God. — 2 Korinthiërs 3:4-6.

Om te prediken, te verkondigen of te getuigen moeten wij dus niet bepaald een theologische hogeschool of universiteit gevolgd hebben. De kennis van de Heilige Schrift is veel voornamer dan de kennis van allerlei theologische studies of filosofen. De eerste verkondigers na Jezus’ dood waren ook niet allemaal geletterden. Vele gewone mensen hebben naast de apostelen er voor gezorgd dat het geloof verder kon uitbreiden. Ook nu moet de verdere uitbreiding verwezenlijkt worden door de gewone gelovigen van de geloofsgemeenschap.

Wij moeten er op rekenen dat het God is die ons zal uitrusten met de nodige gaven voor het predikingswerk of voor het Gods werk dat ons toe komt.

Getuigenis afleggen

Jezus was gekomen om getuigenis af te leggen en verzocht zijn volgelingen wederzijds ook getuigenis af te leggen. Zij die zich Christen noemen horen ware volgelingen van Jezus te zijn en horen dan ook zijn leerstellingen en zijn opdrachten op te volgen. Jezus werd de grootste getuige die God ooit voor Zijn naam heeft gehad. Jezus nam de betekenis van de naam die hij van God had gekregen serieus.

Bijbelgeleerden zijn het er in het algemeen over eens dat de naam Jezus is afgeleid van de Hebreeuwse naam Jeshua en een verkorte vorm van Gods naam bevat. De naam betekent:

„Jehovah is redding.”

In harmonie met de betekenis van zijn naam hielp Jezus „de verloren schapen van het huis van Israël” om berouw te hebben van hun zonden zodat ze weer Jehovah’s goedkeuring konden krijgen (Mattheus 10:6; 15:24; Lukas 19:10). Daarom gaf Jezus ijverig getuigenis over Gods Koninkrijk. De evangelieschrijver Markus zei:

„Jezus [ging] naar Galilea en predikte het goede nieuws van God en zei: ’De bestemde tijd is vervuld en het koninkrijk Gods is nabij gekomen. Hebt berouw en stelt geloof in het goede nieuws’” (Markus 1:14, 15).

Jezus stelde ook moedig de Joodse religieuze leiders aan de kaak, wat ertoe bijdroeg dat ze hem aan een paal lieten terechtstellen (Markus 11:17, 18; 15:1-15).

Durf te spreken

Wij hoeven niet dadelijk een terechtstelling vrezen, maar nochtans zien wij dat te veel christenen mensen vrezen en het niet durven om openlijk over hun geloof te praten en het Koninkrijk van God te verkondigen. Ook zijn de meesten bang om Gods naam uit te spreken; Het valt zelfs op dat er zeer veel mensen zijn die zich Christen noemen maar zelfs Gods naam niet eens kennen.

Diegenen die zich Christen noemen horen niet verlegen te zijn om te spreken over God en gebod. Als zij werkelijk een levend geloof hebben, een echt geloof en een op de bijbelse waarheid gebaseerd geloof, moet hun hart doordrongen zijn door de liefde voor God zodat zij de volledige drang voelen om dat waarin zij ten volle geloven te delen met allen die willen luisteren.

Dit is voortreffelijk en aangenaam+ in de ogen van onze Redder, God,+ wiens wil het is dat alle soorten van mensen+ worden gered+ en tot een nauwkeurige kennis+ van de waarheid komen.+  (1 Timotheüs 2:3, 4.)

Weerstand verdragend en doorzetten

Wij moeten ons vredelievend richten tot allen en hopen dat er voldoende zullen zijn die willen luisteren. Maar steeds horen wij hen zachtaardig toe te spreken en open staan voor naar hen te luisteren en te begeleiden in hun zoektocht naar waarheid.

Natuurlijk kan het afmattend zijn om dag in dag uit tegenstand of spot te verduren. Het kan vermoeiend zijn alsmaar weerstand te bieden aan de aantrekkelijke dingen van de wereld, misschien tot teleurstelling van familieleden die ons aanmoedigen ’iets te worden’. Maar net als Jezus kijken we naar Jehovah op voor steun terwijl we vastbesloten het Koninkrijk de eerste plaats in ons leven toekennen. — Mattheüs 6:33; Romeinen 15:13; 1 Korinthiërs 2:4.

Ons leven moet als een voorbeeld aan anderen aangeboden worden, waarbij wij naast de goede werken steeds getuigenis afleggen.De apostel Paulus schreef:

„Laten wij . . ., zolang de tijd voor ons er nog gunstig voor is, het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof” (Galaten 6:10).

In crisissituaties of als iemand behoeftig is, aarzelen we niet ’het goede te doen’ voor onze buren of onze broeders en zusters. steeds houden wij de houding van Jezus in ons achterhoofd terwijl wij ons concentreren op onze hoofdtaak: getuigenis afleggen van de waarheid.

+

Vindt ook om te lezen:

  1. Schepper en Blogger God 4 Verklarende Stem
  2. Het woord van de Ware God gegeven voor wijsheid te vergaren
  3. Bijbel op de eerste plaats #2/3
  4. Bijbel, Gods Woord ingegeven nuttig tot lering, tot bestraffing, tot verbetering en tot onderwijzing
  5. Al-Fatiha [De Opening] Surah 1: 4-7 Barmhartige Heer van de Schepping om ons de juiste weg te tonen
  6. Kijkend naar het Oosten en het Westen voor Waarheid
  7. Op zoek naar spiritualiteit 8 Eigen spiritualiteit
  8. Echte boodschap van redding niet ver te zoeken
  9. De verjaardag van de King James Bijbel als aanleiding voor prediking
  10. 14 Nisan, de avond om Christus Zijn predikingswerk te herinneren
  11. Joodse Wetten en Wetten voor Christenen
  12. Schijnbaar onmogelijke opdracht
  13. Verkondigen van Evangelie opgetekend in de Bijbel
  14. Conservatieve rolpatronen en huishoudtaken
  15. Positie en macht
  16. Al of niet verenigen
  17. Verzoening en Broederschap 2 Uit de eigen cocon stappen
  18. Verzoening en Broederschap 3 Verenigen onder de Hoeksteen
  19. Verzoening en Broederschap 4 Deelgenoten in Christus
  20. Verzoening en Broederschap 6 Geestelijk tabernakel
  21. Verzoening en Broederschap 7 Eén zijn
  22. Kleine huiskring ook mogelijke ecclesia
  23. De ecclesia als lichaam van Christus
  24. Dienstknecht voor velen terwille van de waarheid van God
  25. Slaaf voor mens en God
  26. Christus’ ethische leerstelling
  27. Intenties van de ecclesia
  28. Kerk van eenzelfde lichaam levendig houden of laten groeien
  29. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
  30. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #7 Adverteren
  31. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
  32. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
  33. Hermeneutiek om uit te dragen #1 Verslaggevers
  34. Hermeneutiek om uit te dragen #4 Uitzendkanaal
  35. Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
  36. Hermeneutiek om uit te dragen #10 Verkondigen
  37. Verkondigen
  38. Ademen om les te geven
  39. Volgens eerste eeuw patronen
  40. Werking van de hoop
  41. Missionaire hermeneutiek 3/5
  42. Missionaire hermeneutiek 4/5
  43. Missionaire hermeneutiek 5/5
  44. Een Manifest voor Gelovigen
  45. Manifest Gelovigen nemen het woord
  46. Publieke overdracht van Manifest Gelovigen nemen het woord
  47. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #2 Aanroepen van de Naam van God
  48. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #6 Woorden tot voedsel en communicatie
  49. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #3 Behaging in Volhouding
  50. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #5 Gebed #2 Getuigen zonder taalbarrieres
  51. Dit is God se wil . . . dat alle soorte mense gered moet word
  52. Gods wil dat alle soorten van mensen worden gered
  53. Echte boodschap van redding niet ver te zoeken
  54. Samen werken aan een Open Gemeenschap
  55. Op weg naar 2014-2015
  56. Opbouw van een ecclesia en verbonden kosten
  57. Vakantietijd contacttijd
  58. Door verkondiging ook geruster
  59. Fragiliteit en actie #6 Juistheid van handelen
  60. Oorlog in kerkenland
  61. Aankondigingsweek in Nederland
  62. Nieuw tijdperk van Geloofsverkondiging voor Katholieke kerk
  63. Stichter van een beweging
  64. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen. #1 Abraham de aartsvader
  65. Meerderheid protestantse kerken zit op zwart zaad
  66. Bij de opheffing van de Vereniging voor Bijbelstudie
  67. Andere aanpak in de organisatie van de diensten # 3
  68. Er is geen ware en constante zachtheid zonder nederigheid
  69. Kleed jezelf met compassie, zachtheid, vriendelijkheid, nederigheid, en geduld
  70. Wordt nederig als Christus
  71. Vriendelijkheid
  72. Nederig opstellen
  73. Nederigheid
  74. Laat mij niet uit de hoogte doen
  75. Woorden moeten worden afgewogen, niet meegerekend
  76. Als broeders en zusters samen op weg voor een nieuw jaar
  77. De nacht is ver gevorderd 18 Studie 3 Lessen uit het verleden 7 Conclusie
  78. Dagelijks helpen in het geloof

+++

Verder verwant:

Geloof aan mijn voordeur

19 Comments

Filed under Activisme & Vredeswerk, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden