Tag Archives: Groei

Meer, meer, meer

“In onze westerse maatschappij hebben we de afgelopen 60, 70 jaar een manier van leven en werken opgebouwd die ons onnoemelijk veel heeft gebracht: meer welvaart, betere gezondheid, hogere levensverwachting, meer luxe en comfort, en een hoger welzijn.

Deze manier van leven en werken is gebaseerd op groei, op meer, op groter en beter. Meer klanten, meer omzet, meer waarde voor de aandeelhouder, een grotere auto dan de buren, een mooier huis in een betere wijk, een derde (of vierde) vakantie.”

Groei is het antwoord op alles.

We ervaren dus al snel veel druk in onze (werk)levens. Dat heeft er ook voor gezorgd dat niet iedereen meer 40-uur per week op kantoor is gaan werken na de thuiswerk-pandemie. En in dit daglicht is de ontwikkeling rondom quiet quitting ook niet zo gek!

Richard Wiegers en Christiaan W. Lustig vertellen in hun artikel hoe je hier als ondernemer of leidinggevende mee om kunt gaan.

Iemand die nadenkt in een grasveld.

Leave a comment

Filed under Economische aangelegenheden, Geschiedenis, Levensstijl, Nederlandse teksten - Dutch writings, Voelen en Welzijn

Discipelschap belangrijk element bij focussen

In het vorige artikel, dat de nieuwe website aankondigde, hebben wij ook aangehaald hoe het discipelschap een belangrijk element is bij het focussen.

In deze wereld, voor de coronacrisis, waren al veel mensen gewoon met zichzelf bezig en op hun eigen. Deze huidige generatie leek wel een zeer egocentrische generatie, waar velen wel op sociale media zaten om (virtuele)vrienden te maken, maar tot echte tastbare vriendschappen kwam of komt het nooit echt.

De wereld die God voor ogen heeft, is echter een wereld waarin mensen met elkaar en onder elkaar leven, als innig verbonden kinderen of broeders en zusters. Sneeuwvlokjes zijn ook elk individuele dingetjes, maar als ze neerdwarrelen vormen ze één groot wit (vlekkeloos) tapijt. Dat is ook hoe kinderen van God samen een eenheid horen te vormen.

Jeshua is in de wereld voor gegaan om alle mensen tot God te roepen. Voor hem had God al Zijn eigen Volk, het Volk van onze voorvaders, opgeroepen om Hem nabij te zijn. Maar met Zijn gezonden zoon Jeshua (Jezus Christus) opende de Elohim de poorten van Zijn Koninkrijk voor eender welk mens.

Heel wat mensen jagen wereldse schatten na, en vergeten zo dat er heel wat interessantere zaken voor de mens ter beschikking zijn. We zijn ontworpen voor iets meer in het leven dan alleen het nastreven van wensen en genoegens. Daarom voelen mensen die ‘alles hebben’ zich nog steeds leeg. Wat we dezer dagen ook konden merken, was dat nu mensen eindelijk eens echt tijd voor zichzelf konden nemen, omdat ze niet moesten gaan werken en in “hun kot moesten blijven”, zij zich toch niet goed voelden. Vreemd genoeg konden zij nu eens echt thuis vrij zijn, maar zij voelden zich zo gebonden, dat hun die vrijheid niet scheen toe te lachen. Velen voelden zich in deze tijd van isolatie enorm eenzaam. Daar kon een mens echt eens voelen dat we geen wezens zijn om alleen te zijn. We zijn sociale wezens. God heeft geen Lone Rangers geschapen. Hij heeft ons geschapen om in gemeenschap en met elkaar te zijn. Hij heeft de eerste mens verzocht in eenheid te leven en zich te vermenigvuldigen. Niet bepaald af te zonderen.

Discipelschap is de sleutel tot die gemeenschap. God roept ons om elkaar op te heffen.
Er mag geen enkele persoon in de groep of ecclesia zijn die niet ten minste één persoon heeft waarmee ze een vriend kunnen bellen of verder contact mee kunnen hebben. Elk individu in de gemeenschap moet bij iemand van de gemeenschap terecht kunnen.

Iedereen in de groep moet zo wel helper als leerling willen zijn. Hierbij komt ook dat elkeen als discipel of leerling van Jeshua door het leven wil gaan en dat discipelschap met anderen wil delen. Jeshua zijn discipel zijn, betekent zijn weg naar zijn doel gaan. Het betekent dat we met Jeshua onderweg willen zijn naar zijn hemelse Vader. Zoals Jeshua zijn wil opzij zette om de wil van zijn hemelse Vader te doen, moeten ook wij hetzelfde willen doen en Gods Wil voorop plaatsen. Zijn plannen volgen, niet die van ons; Zijn wil gehoorzamen, niet de onze.

De Nazareense leermeester Jeshua (Jezus) zegt:

Kijk; als je een discipel wilt zijn, moet je kiezen aan wie je loyaal zult zijn. Zal het God de Schepper en Redder zijn, of je eigen beperkte ideeën en dingen?

Zijn discipel zijn houdt ook in dat je beseft dat de wereld niet houdt van Jeshua noch van God. Mensen zien het niet graag dat iemand anders voorrang krijgt op alle dingen en alle relaties. De wereld wil god zijn, ook al is er al een God!

Toch vragen Jeshua en zijn God dat we ons van deze wereld afzonderen en de juiste keuze maken om onder de hoede van Jeshua op weg te gaan naar de hemelse Vader, de Enige Ware God. Dat op weg zijn hoort ook niet een solotrip te zijn, maar hoort in verbondenheid te gebeuren met andere leerlingen van Christus.

Dus wat betekent dit? We zijn allemaal geroepen om discipel te worden en discipelen te maken.
Overweeg dit: de kosten van discipelschap betekenen dat je de vraag stelt: wat wil Jeshua of Jezus dat ik doe? of Als Jeshua mijn leven leidde, hoe zou hij dan zijn en wat zou hij doen met mijn gaven en kansen? Als je denkt, hé, ik kan dit niet doen, bedenk dan dat er maar twee soorten mensen zijn die niet kunnen discipelen, en zij zijn degenen die geen volgelingen van Christus zijn of die niet gehoorzamen aan Gods gebod en weigeren te discipelen.

Jeshua heeft het kenbaar gemaakt dat het niet zo gemakkelijk zal zijn om een discipel van hem te zijn. Er zijn dingen die voorop zullen moeten staan als wij hem willen volgen. Jezus wil dat we zien dat de kosten van discipelschap inhouden dat we begrijpen dat er een hogere roeping in ons leven is dan doen wat we willen doen.

We kunnen niet tegen God zeggen dat we op deze of gene dag maar twee uur beschikbaar kunnen zijn voor Hem.
We moeten reageren met de houding van Jesaja:

Hier ben ik God, klaar om door jou gebruikt te worden.

Hoeveel kost discipelschap?
Het kost alles!
De beloningen zijn echter onbeperkt, omdat we zijn toevertrouwd aan een Heiland die meer van ons houdt en ons vollediger beloont dan we ooit zouden kunnen bevatten. Hij verlangt het beste voor ons, hij heeft een plan en een doel voor ons in het koninkrijk van God en hij wil dat we de eeuwigheid bij hem en zijn hemelse Vader doorbrengen. Er is geen betere manier. Aan wie vertrouw je jezelf en je schat aan kansen liever toe? Echt discipelschap kan pas beginnen als we ons open stellen aan de belangrijke leer en aan het sleutelaspect van het leven: er is maar één God en jij bent Hem niet!

We moeten leren ons over te geven aan de heerschappij van onze God en niet aan de verlangens van onze wil. Als we dit doen, kan het discipelschapsproces beginnen. Wanneer we echter weigeren, worden we de strijd en het conflict dat het christendom een ​​’blauw oog’ geeft. We worden eerder het probleem dan de oplossing.

Of men nu Jood is of niet, wordt niet het belangrijkste punt om een waardig leerling van Jeshua te zijn. Hij en zijn eerste talmidim waren wel Joden, maar nooit heeft hij zijn leer beperkt tot de Joden. Rondgaande in Joodse gemeenschappen liet hij ook anderen toe om mee te luisteren en zelfs van zijn wondergaven, zoals de vermenigvuldiging van het brood en de vissen, te genieten. Ook vandaag hoeft u geen Jood te worden om een ware volger van Jeshua te worden. Andersom ook, om Jeshua te volgen moet een Jood zijn Joods zijn niet opgeven. Een Jood moet om Jeshua te volgen niet al zijn Joodse vrienden gaan vermijden. Integendeel hij of zij moet hen tegemoet gaan om hen ook Jeshua te leren kennen.

Iemand die Jeshua gevonden heeft en volgt moet ook niet denken dat hij of zij meer is dan een ander. Bescheidenheid moet zijn of haar eerste prioriteit zijn.
Petrus spreekt in zijn eerste brief over nederigheid. Die wordt gekenmerkt door de bereidheid om Jeshua als de Christus te volgen, te leren en groei te ervaren. Goede manieren om dit te doen, zijn persoonlijke devotietijd en deel uitmaken van een kleine groepsbijbelstudie. Hoe meer we in hem groeien, hoe nederiger en nuttiger we worden, beter in staat zullen zijn om verbinding te maken met anderen. Nederigheid betekent niet dat je zwak bent. Het betekent sterk genoeg zijn om aan God toe te geven in plaats van aan onszelf of iets buiten Gods roeping.

Petrus vertelt ons dat we nederig moeten zijn tegenover elkaar, zodat we de genade van God kunnen leren kennen, en niet in oppositie met God moeten zijn. Ten tweede zegt hij dat we nederig moeten zijn, niet alleen naar elkaar, maar naar God. Dit is zo eenvoudig. Dit is zo nodig om een ​​gezegende en groeiende volger van Jeshua te zijn en om in gemeenschap deel uit te maken van wat wij het ‘Lichaam van Christus’ noemen, de gemeenschap van gelovigen.

Die gemeenschap moet niet enkel open staan of bestaan uit Joden, maar moet haar deuren wijd open hebben om alle soorten mensen, van eender welke geloofsachtergrond te ontvangen. Elke heiden moet zich in de gemeenschap ook welkom voelen en moet daar opgevangen worden om ook tot leerling te worden. Iedereen die zich tot de groep wendt moet voelen dat hem of haar ook het discipelschap gegund is. Ieder die langs komt moet inzien dat voor een gemeenschap die Jeshua wil volgen dat discipelschap van de gemeente of kerk, niet noodzakelijkerwijs in aantallen, wordt uitgedrukt of zich vertoond. De aangroei of waarde van die gemeente ligt niet in het Joods zijn of in het met velen of meer zijn, maar in wat het belangrijkste is: discipelschap, dat leunen, leren en groeien in Christus, wat leidt tot een levensstijl van aanbidding.

Of men nu zoals Jeshua van oorsprong Jood is, of indien men heiden was zoals de euneuch of vele slaven die zich bekeerden, eens men zich bereid toont om leerling in het geloof te worden, moet men door de leden van de gemeenschap opgenomen worden in het discipelschap. Samen moet men dan elkaar alle kansen geven om als leerlingen door Christus leer te groeien en een waardig volger van Jeshua te worden.

Wat ook de achtergrond moge zijn, ieder die bereid is om een leerling van Jeshua te worden, kan door te groeien in het geloof in hem, ook een broeder of een zuster in Christus worden.

De sleutel tot het succes van het vinden en ontwikkelen van geloof is eenvoudig; het is gehoorzaamheid. We moeten klaar zijn om God te dienen in plaats van onze behoeften, zelfs voordat we weten wat de roeping kan zijn, en deze denkwijze in het leven en bij anderen brengen. Dit betekent dat geloof verder gaat dan enkel om zelf te groeien. Naast het zelf groeien, vergt het geloof discipelschap waarbij het delen van het geleerde een must is. Het gaat om deelzaamheid in het geloof. Geloof in Jehsua is niet voor een enkeling maar voor een liefdevolle getuigenis naar de ander toe.

Om tot een volwaardig discipelschap te komen moet er de openheid zijn naar anderen om ook deze op te vangen en te willen begeleiden in een vorming om een waardig volger van Jeshua te worden.
Dit gebeurt wanneer we toestaan ​​dat het invloedrijke werk van Christus ons voortdurend vernieuwt en opbouwt. Om nog verder te groeien, kunnen we contemplatiever zijn in zijn woord en in gebed. Aan God kunnen wij in gebed vragen dat Hij ons richt, zodat wij op de juiste zaken kunnen focussen om onze groei makkelijker te kunnen verwezenlijken.

Zoals Jeshua zich volledig heeft over gegeven aan zijn Vader zo moeten wij ook bereid zijn om ons aan gods zoon over te geven en om ons ook volledig te onderwerpen aan Jeshua zijn God. Gods wil voor ons leven is dat we ons volledig overgeven en vertrouwen op Zijn macht en gezag, en in Hem blijven. Hij zal ons lot bepalen als we het toestaan.
Hij zal ons zijn wegen leren als we in zijn wegen wandelen. Vertrouw jezelf op de Elohim Hashem Jehovah, de Allerhoogste en ontvang Zijn oproep om jezelf en anderen op te bouwen.

*

Vindt twee nieuwe websites die je kunnen helpen om juist te focussen

 

Website Jeshuaist Focus – Pagina Waar op focussen

Jeshuaist Focus

&

Christen Focus

+

Voorgaande

Niet op het probleem focussen maar op de oplossing tot alle problemen

++

Aanvullende lectuur

  1. Kan een Jood wel voor Jezus gaan?
  2. Jeshua voorop om de eindstreep te halen
  3. Schat – hemels koninkrijk
  4. Schat te zoeken
  5. Karakter omgezet door de invloed van onze omgang
  6. Als sneeuwvlokken een zacht tapijt vormen
  7. Laat ons samen komen
  8. Congregatie
  9. Het eerste op de lijst van de zorgen van de heilige
  10. Geketend zijn door de liefde voor een ander
  11. De moderne Messiaanse Joodse beweging
  12. Als de tijd ten einde loopt … De geest van Nimrod
  13. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
  14. Opkomend voor Christus #4 Wereldwijde prediking

Leave a comment

Filed under Geestelijke aangelegenheden, Nederlandse teksten - Dutch writings, Sociale Aangelegenheden, Voelen en Welzijn, Wereld aangelegenheden

Is het nodig dat wij onze zonden belijden aan God, nadat Jezus voor onze zonden gestorven is?

 

In het Onze Vader wordt hierover gesproken maar toen woonde Jezus nog op de aarde. Het is nuttig eerst iets dieper in te gaan op de begrippen verlossing en vergiffenis.

De eis die eigenlijk aan ons wordt gesteld, is dat wij in het geheel niet zondigen. Alleen absolute volmaaktheid maakt ons aanvaardbaar voor God. Helaas is alleen Jezus er in geslaagd die volmaaktheid te tonen. De overige mensen slagen daar niet in, en hebben daarom verlossing nodig.

De openbaring van Gods verlossingsplan maakt duidelijk dat wij op bepaalde voorwaarden toch kunnen worden aangenomen, en zo ontkomen aan de dood die wij eigenlijk zouden verdienen. En dat het verlossingswerk van Christus daar een grote rol bij speelt. Maar het basisprincipe is en blijft dat zonde onacceptabel is voor God. Met andere woorden: van ons wordt gevraagd dat wij ons uiterste best doen die volmaaktheid van Jezus, op zijn minst zo goed mogelijk, te benaderen. Maar wanneer wij daarin tekort schieten, is het niet een kwestie van ‘game over’ (zoals onder de wet van Mozes strikt genomen het geval was), en zelfs niet van ‘terug naar af’ en opnieuw beginnen (zoals in sommige andere religies, zoals het boeddhisme), maar kunnen we vergiffenis vragen en verdergaan. De bedoeling is dan uiteraard wel dat wij van onze fouten leren, en wel degelijk naar dat voorbeeld van Christus toegroeien.

Uiteraard kan het niet de bedoeling zijn dat wij gewoon ons eigen leven leiden, en de rekening daarvoor door Christus laten betalen. Zijn verlossingswerk is geen vrijbrief om onze eigen gang te gaan.
Waar wij tekort schieten, mogen (!) we ons beroepen op de verlossing die hij tot stand bracht, maar dat is geen verkregen recht. Christus betaalt als het ware onze schulden, maar dit betekent wel dat wij niet de vrijheid hebben om bewust nieuwe schulden te maken, omdat de rekening toch al zou zijn voldaan. Dit houdt in dat wij, wanneer we toch weer in de fout zijn gegaan, in elk geval bereid moeten zijn te erkennen dat het fout was. En dat kunnen we alleen maar doen door onze zonde te belijden. En de tweede eis is, dat wij onze uiterste best moeten doen om herhaling te voorkomen. En dit op zijn beurt vergt dat wij ons bewust zijn van onze fouten. En niets maakt je zo goed bewust van je fouten als de noodzaak ze te belijden. Anders gaan we maar denken dat het allemaal wel meevalt.

Jacobus raadt ons zelfs aan die fouten te belijden tegenover elkaar (Jac. 5:16), hoeveel te meer aan God. De Schrift vertelt ons dat we radicaal moeten veranderen. We moeten al onze menselijke neigingen achter ons laten, en ons zo volledig mogelijk richten op het voorbeeld van Jezus. En die verandering moet zo radicaal zijn, dat het ons wordt voorgesteld als het worden van ‘een nieuwe mens’ (Efez. 4:22-24), of van een opnieuw geboren worden (Joh. 3:3). Dat kan alleen wanneer we ons voortdurend bewust zijn van wat we nog verkeerd doen, waar we nog tekort schieten, en wat er dus beter moet. En zelfs wanneer we in dit leven nooit die volmaaktheid van Jezus zelf zullen bereiken: we moeten wel groeien, we moeten er wel steeds dichter in de buurt komen. Dat is een leerproces; en we leren het snelst van onze fouten. We herkennen onze fouten alleen wanneer we gedwongen worden die te erkennen, niet in de laatste plaats tegenover onszelf. Maar wanneer we al niet bereid zijn die toe te geven tegenover God, dan hebben we smoezen genoeg om ze te ontkennen tegenover onszelf. Vandaar.

Daarom: ja, onze schulden worden ons kwijtgescholden, en de rekening daarvoor is al voldaan. Maar we hebben geen carte blanche om dan maar onze gang te gaan; we kunnen niet op pad gaan met Jezus’ creditcard opzak. We zullen voor elke nieuwe schuld weer met het schuldbriefje bij God langs moeten gaan, en nederig vragen of dat misschien weer afgeboekt mag worden. Op zijn minst leren we ons dan te schamen voor ons gedrag. Dat klinkt misschien allemaal erg negatief, en in werkelijkheid zal het effect ook veel positiever zijn: we bouwen een relatie op, die we anders niet zouden hebben. Maar we moeten nooit de vergissing maken dat zonde sinds Christus’ dood niet serieus meer is. Dat is die wel.

In Gods ogen is zonde nog steeds bloedserieus. En het belijden daarvan maakt ons daar beter dan wat dan ook van bewust.

Nog een laatste opmerking over het feit dat Jezus zijn discipelen het ‘Onze Vader’ leerde, toen Hij ‘nog op aarde’ was. Uit zijn woorden blijkt dat hij hier was om de zijnen voor te bereiden op het nieuwe Verbond en het nieuwe tijdperk dat komen ging. Het lijkt daarom niet logisch te verwachten dat hij zijn discipelen een ‘nieuw gebed’ zou leren, dat enkele jaren later alweer achterhaald zou zijn. We mogen er daarom van uitgaan dat dit gebed een patroon bevat, dat door alle eeuwen heen van belang blijft.

6 Comments

Filed under Levensstijl, Nederlandse teksten - Dutch writings, Vragen van lezers