Tag Archives: Verlossingswerk van Christus

De wet die zijn doel vindt in Christus

In vroegere tijden, voor dat de profeet Jezus ter wereld kwam, hielden de Joden zich aan De Wet, die door Mozes tot hen was gebracht in Naam van God. Maar die Mozaïsche Wet en de vele wetten waar de Joden zich aan hielden en nog steeds aan houden waren niet de ideale oplossing voor de mens in het algemeen.

De Joden hebben alle kansen gekregen om met God verbonden te zijn. Hij had Verbondsakkoorden gemaakt met Zijn uitverkoren Volk. Maar zich daar aan houden was ook niet altijd zo evident voor vele Joden. Gelukkig had de Schepper God al in de Tuin van Eden een mogelijkheid om de vloek van de zonde op te heffen voorgesteld.

“Ik zal vijandschap wekken tussen u en de vrouw, Tussen uw kroost en haar kroost; Dit zal u de kop verpletteren, Maar gij zult loeren naar zijn hiel.” (Ge 3:15 Canis)

Slechts vele eeuwen later kwam uit het geslacht van David die man van vlees en bloed tevoorschijn, die zich boven het vleselijke of boven de zonde van het vlees kon stellen.

“Nu sprak Hij tot hen: Hoe beweert men toch, dat de Christus de Zoon van David is?” (Lu 20:41 Canis)

“En de scharen, die voorop gingen en volgden, riepen uit: Hosanna den Zoon van David; Gezegend die komt in de naam des Heren; Hosanna in den hogen!” (Mt 21:9 Canis)

Hij is één van de weinige mensen die volledig de Wil van God deed en zo zonder enige fout de dood in ging. Ook al was hij aan niets schuldig werd hij als een moordenaar en grote dief ter dood gebracht aan de martelpaal. Geen wonder dat God welbehagen had in die mens die zich bereid had getoond om zijn eigen wil opzij te schuiven om de Wil van God te doen.

“Hij ging nog een weinig verder, viel biddend op zijn aangezicht neer, en sprak: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze kelk Mij voorbijgaan; maar niet zoals Ik wil, maar zoals Gij het wilt.” (Mt 26:39 Canis)

“Ze zullen Hem overleveren aan de heidenen, om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; maar op de derde dag zal Hij verrijzen.” (Mt 20:19 Canis)

“Het was het derde uur, toen ze Hem kruisigden.” (Mr 15:25 Canis)

Hij, die ons is voorgegaan in de dood, heeft hiermee onze zonden gedragen. Als voorbeeld voor ons heeft hij zondevrij geleefd en is daarom door God opgenomen in de hemel om daar voor ons als een bemiddelaar op te treden.

“De God onzer vaderen heeft Jesus opgewekt, dien gij aan het kruis hebt geslagen, en gedood.” (Hnd 5:30 Canis)

“Hij zelf heeft aan het kruishout in zijn Lichaam onze zonden gedragen, opdat wij, van de zonden ontlast, voor de gerechtigheid zouden leven. Door zijn striemen zijt gij genezen;” (1Pe 2:24 Canis)

“Want er is één God, en ook één Middelaar tussen God en de mensen, de Mens Jesus Christus,” (1Ti 2:5 Canis)

Gerechtigd, of van zonden vrij verklaart, kunnen zij die Jezus zijn zoenoffer aanvaarden een ‘nieuw leven’ binnen stappen.

“Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet voor de onze alleen, maar ook voor die van heel de wereld.” (1Jo 2:2 Canis)

Door dat werk van Christus kunnen we nu witgewassen worden en kunnen zij die geen Jood zijn toch ook tot God komen.

Men kan stellen dat waar er geen wet is er ook geen overtreding kan zijn.

“de Wet toch verwekt toorn, maar waar geen wet is, daar is ook geen overtreding.” (Ro 4:15 Canis)

Maar mits de mens naar het evenbeeld van God is geschapen, heeft de mens van nature wel gevoelens in zich die in lijn zijn met Gods Wil. Het is enkel door de zondeval dat goed en kwaad bekend zijn geraakt en de mens verder door het doen van het slechte verder van God af geraakt is.

Nu was er de wet die mensen in de juiste ‘voor’ moest houden. Maar nadat Christus Jezus is gekomen heeft deze leermeester de wet verder verduidelijkt en is de weg geopend om door God als gerechtvaardigd verklaart te worden door het geloof in Jezus en zijn God.

“De Wet is dus onze tuchtmeester geweest tot Christus’ 3:opdat we gerechtvaardigd zouden worden door het geloof.” (Ga 3:24 Canis)

Nu moet de wet geen toezicht meer op ons houden, want wij hebben Christus.

“Want al hadt gij ook tienduizend leermeesters in Christus, vele vaders hebt gij niet; ik heb u door het Evangelie in Jesus Christus verwekt.” (1Co 4:15 Canis)

“Door Hem toch behoort gij aan Christus Jesus, die ons door God geworden is: Wijsheid, Gerechtigheid, Heiliging en Verlossing;” (1Co 1:30 Canis)

“Immers Christus is het eind van de Wet, om te rechtvaardigen al wie gelooft.” (Ro 10:4 Canis)

In die gezondene van God heeft de Wet haar doel bereikt. Met zijn dood heeft Jezus afgerekend met die vervelende zonde.

“Zó, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de Wet door het Lichaam van Christus, opdat gij aan een ander zoudt toebehoren: aan Hem, die uit de doden is opgewekt; en opdat we vrucht zouden dragen voor God.” (Ro 7:4 Canis)

“3 Wat de Wet niet vermocht, machteloos als ze was door het vlees, dat heeft God gedaan: Door zijn eigen Zoon te zenden in de gedaante van het zondige vlees en terwille van de zonde, heeft Hij de zonde veroordeeld in het Vlees, 4 opdat door ons de gerechtigheid der Wet zou worden vervuld; door ons, die leven niet naar het vlees, maar naar de geest.” (Ro 8:3-4 Canis)

Daarom kunnen wij vreugdeliederen zingen en God danken omdat Hij het loskoopoffer dat Zijn zoon Hem aanbood, aanvaard heeft. Ook al is Jezus niet gekomen om de Wet of de Profeten af te schaffen, heeft hij er wel voor gezorgd dat wat er in de Oude Boeken verkondigd werd vervuld is geworden.

“17  Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de Wet of de Profeten op te heffen. Ik ben niet komen opheffen, maar volmaken. 18 Voorwaar, Ik zeg u: Eer hemel en aarde vergaan, zal er geen jota of stip van de Wet vergaan, totdat alles is volbracht.” (Mt 5:17-18 Canis)

+

Kom te lezen

  1. De te volgen Weg van God
  2. Het evangelie in het boek Jesaja – De Openbaring van Gods Gerechtigheid
  3. Vreugdeliederen opdat in ons wordt volbracht wat de wet van ons vereist en toekomst ons biedt
  4. Voor ons gestorven om ons tot God te brengen
  5. Christadelfiaanse geloofspunten #5 Beloften over Herstelplan
  6. Christadelfiaanse geloofspunten #6 Redding uit vrouw van het nageslacht van koning David
  7. Christadelfiaanse geloofspunten #18 Koninkrijk van God – Beloning voor trouw en bestraffing voor ontrouw

++

Aanverwante lectuur

  1. Kroniekschrijvers en profeten #2 De Wet
  2. Joodse Wetten en Wetten voor Christenen
  3. Verscheidene Verbondakkoorden 4 Behouden van de Wet maar Zwak door het vlees
  4. Zonder de wet van Mozes zélf weten wat goed en wat kwaad is
  5. Gods vergeten Woord 18 De Wet van Christus 1 Wet van Mozes
  6. Gods vergeten Woord 18 De Wet van Christus 3 Tien geboden
  7. Gods vergeten Woord 18 De Wet van Christus 7 Omgaan met risico’s
  8. Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 3 Een goede en rechtvaardige wet
  9. Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 4 Wet van Jezus
  10. Bijbelverzen over de rechtvaardige tak
  11. Christus Jezus: de zoon van God
  12. Jezus Christus De Zoon van Adam, de Zoon van God
  13. Gezondene van God (Broeders in Christus)
  14. Gezondene van God (Belgische Christadelphians)
  15. Ook Jezus bad tot God en drukte zijn zorgen uit
  16. Lam van God #2 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #1
  17. Voor ons gestorven om ons tot God te brengen
  18. Zoenoffer
  19. Lijden bedekt door Zoenoffer
  20. Overdenking: In U heb Ik mijn welbehagen
  21. Gods verbonden en de bedoelde man aanvaarden
  22. Verlossing #7 Christus levend in de gelovige
  23. Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
  24. Rond vrijheid en gerechtigheid
  25. Vrijheid en gerechtigheid voor van zonden vrijgemaakten

+++

Gerelateerd

  1. Stem uit de wolk
  2. Moet de wet nog worden onderhouden?
  3. Het onderhouden van de Wet
  4. Vervolg: Het onderhouden van de Wet
  5. Gerechtigheid op gerechtigheid: de gerechtigheid van God vertelt dat men zelfs niet hoeft te stoppen met wat je doet en niet hoeft op te houden met dingen te doen die je alleen maar religieuze, valse, hoop kunnen geven, maar dat is juist het omgekeerde van wat de Bijbel aanleert. Wij moeten onze zondige paden verlaten en stoppen deel uit te maken van de wereld van de mens en de wereld van het vlees.
  6. De vrucht van Christus – Christus!
  7. Begraven in Christus! stelt verkeerdelijk voor dat Christus’ dood noodzakelijk was om gelijk te worden aan de mens. Jezus was mens en geen God die ter aarde kwam om te doen alsof hij stierf (want God kan niet sterven) Het was een mens van vlees en bloed die zijn eigen wil opzij schoof om de Wil van God te doen en zich aan te bieden als losprijs zodat de menskon bevrijdt worden uit de macht van de zonde.
  8. Buiten de wet om
  9. Jouw vlees, jouw ongeloof: wat kan jou scheiden van zijn liefde?

3 Comments

Filed under Aanhalingen uit Heilige Geschriften, Geestelijke aangelegenheden, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden, Voelen en Welzijn

Is het nodig dat wij onze zonden belijden aan God, nadat Jezus voor onze zonden gestorven is?

 

In het Onze Vader wordt hierover gesproken maar toen woonde Jezus nog op de aarde. Het is nuttig eerst iets dieper in te gaan op de begrippen verlossing en vergiffenis.

De eis die eigenlijk aan ons wordt gesteld, is dat wij in het geheel niet zondigen. Alleen absolute volmaaktheid maakt ons aanvaardbaar voor God. Helaas is alleen Jezus er in geslaagd die volmaaktheid te tonen. De overige mensen slagen daar niet in, en hebben daarom verlossing nodig.

De openbaring van Gods verlossingsplan maakt duidelijk dat wij op bepaalde voorwaarden toch kunnen worden aangenomen, en zo ontkomen aan de dood die wij eigenlijk zouden verdienen. En dat het verlossingswerk van Christus daar een grote rol bij speelt. Maar het basisprincipe is en blijft dat zonde onacceptabel is voor God. Met andere woorden: van ons wordt gevraagd dat wij ons uiterste best doen die volmaaktheid van Jezus, op zijn minst zo goed mogelijk, te benaderen. Maar wanneer wij daarin tekort schieten, is het niet een kwestie van ‘game over’ (zoals onder de wet van Mozes strikt genomen het geval was), en zelfs niet van ‘terug naar af’ en opnieuw beginnen (zoals in sommige andere religies, zoals het boeddhisme), maar kunnen we vergiffenis vragen en verdergaan. De bedoeling is dan uiteraard wel dat wij van onze fouten leren, en wel degelijk naar dat voorbeeld van Christus toegroeien.

Uiteraard kan het niet de bedoeling zijn dat wij gewoon ons eigen leven leiden, en de rekening daarvoor door Christus laten betalen. Zijn verlossingswerk is geen vrijbrief om onze eigen gang te gaan.
Waar wij tekort schieten, mogen (!) we ons beroepen op de verlossing die hij tot stand bracht, maar dat is geen verkregen recht. Christus betaalt als het ware onze schulden, maar dit betekent wel dat wij niet de vrijheid hebben om bewust nieuwe schulden te maken, omdat de rekening toch al zou zijn voldaan. Dit houdt in dat wij, wanneer we toch weer in de fout zijn gegaan, in elk geval bereid moeten zijn te erkennen dat het fout was. En dat kunnen we alleen maar doen door onze zonde te belijden. En de tweede eis is, dat wij onze uiterste best moeten doen om herhaling te voorkomen. En dit op zijn beurt vergt dat wij ons bewust zijn van onze fouten. En niets maakt je zo goed bewust van je fouten als de noodzaak ze te belijden. Anders gaan we maar denken dat het allemaal wel meevalt.

Jacobus raadt ons zelfs aan die fouten te belijden tegenover elkaar (Jac. 5:16), hoeveel te meer aan God. De Schrift vertelt ons dat we radicaal moeten veranderen. We moeten al onze menselijke neigingen achter ons laten, en ons zo volledig mogelijk richten op het voorbeeld van Jezus. En die verandering moet zo radicaal zijn, dat het ons wordt voorgesteld als het worden van ‘een nieuwe mens’ (Efez. 4:22-24), of van een opnieuw geboren worden (Joh. 3:3). Dat kan alleen wanneer we ons voortdurend bewust zijn van wat we nog verkeerd doen, waar we nog tekort schieten, en wat er dus beter moet. En zelfs wanneer we in dit leven nooit die volmaaktheid van Jezus zelf zullen bereiken: we moeten wel groeien, we moeten er wel steeds dichter in de buurt komen. Dat is een leerproces; en we leren het snelst van onze fouten. We herkennen onze fouten alleen wanneer we gedwongen worden die te erkennen, niet in de laatste plaats tegenover onszelf. Maar wanneer we al niet bereid zijn die toe te geven tegenover God, dan hebben we smoezen genoeg om ze te ontkennen tegenover onszelf. Vandaar.

Daarom: ja, onze schulden worden ons kwijtgescholden, en de rekening daarvoor is al voldaan. Maar we hebben geen carte blanche om dan maar onze gang te gaan; we kunnen niet op pad gaan met Jezus’ creditcard opzak. We zullen voor elke nieuwe schuld weer met het schuldbriefje bij God langs moeten gaan, en nederig vragen of dat misschien weer afgeboekt mag worden. Op zijn minst leren we ons dan te schamen voor ons gedrag. Dat klinkt misschien allemaal erg negatief, en in werkelijkheid zal het effect ook veel positiever zijn: we bouwen een relatie op, die we anders niet zouden hebben. Maar we moeten nooit de vergissing maken dat zonde sinds Christus’ dood niet serieus meer is. Dat is die wel.

In Gods ogen is zonde nog steeds bloedserieus. En het belijden daarvan maakt ons daar beter dan wat dan ook van bewust.

Nog een laatste opmerking over het feit dat Jezus zijn discipelen het ‘Onze Vader’ leerde, toen Hij ‘nog op aarde’ was. Uit zijn woorden blijkt dat hij hier was om de zijnen voor te bereiden op het nieuwe Verbond en het nieuwe tijdperk dat komen ging. Het lijkt daarom niet logisch te verwachten dat hij zijn discipelen een ‘nieuw gebed’ zou leren, dat enkele jaren later alweer achterhaald zou zijn. We mogen er daarom van uitgaan dat dit gebed een patroon bevat, dat door alle eeuwen heen van belang blijft.

6 Comments

Filed under Levensstijl, Nederlandse teksten - Dutch writings, Vragen van lezers