Tag Archives: Psalmen 6:6

Bijbels antwoord op uw vraag: Wat gebeurt er met ons na het sterven?

Het geloof waarover de Bijbel spreekt, is ‘opstandingsgeloof’. In het Oude Testament is er geen verwachting van gelovigen te vinden dat zij naar de hemel gaan. In plaats daarvan denken zij met afgrijzen aan de dood, als een toestand waarin er geen bewustzijn meer is (Pred. 9:10), geen gelegenheid God te loven en anderen te wijzen op Zijn heil (Ps. 6:6 en 30:10; Jes. 38:18-19).

“ Grijp met beide handen de kansen die je nu krijgt, want in de onderwereld waarheen je op weg bent is het gedaan met denken en doen, met kennis en wijsheid.” (Pre 9:10 WV78)

“(6:7) Kreunend en afgemat schrei ik nacht aan nacht op mijn bed, doordrenk ik mijn peluw met tranen;” (Ps 6:6 WV78)

“(30:11) Hoor mij, Jahwe, heb deernis; wees Gij, Jahwe, mijn helper.’” (Ps 30:10 WV78)

“18 Het dodenrijk brengt U geen lof, de doden prijzen U niet. Wie in het graf is afgedaald hoopt niet meer op uw trouw. 19 Levende mensen alleen kunnen U loven, zoals ik heden doe. Een vader alleen maakt zijn zonen bekend met uw trouw.” (Jes 38:18-19 WV78)

Zij zien de dood als een vijand, een wrede heerser, uit wiens macht je jezelf of een ander niet kunt bevrijden (Ps. 49:8).

“(49:9) te hoog is de prijs voor zijn leven, voor de eeuwigheid reikt hij niet toe:” (Ps 49:8 WV78)

De mens gaat naar het dodenrijk en vergaat tot stof. Daarbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen ziel en lichaam. Zo spreekt Jacob over zichzelf als neerdalend in het dodenrijk (bv Gen. 37:35). Maar hadden zij dan geen hoop? Jazeker wel: op de opstanding (zie bv. Ps. 49:15-16; Jes. 26:19; Dan. 12:13).

“ Al zijn zonen en dochters deden hun best om hem te troosten, maar hij liet zich niet troosten en zei: ‘Treurend daal ik af naar mijn zoon in het dodenrijk.’ En zijn vader bleef hem bewenen.” (Ge 37:35 WV78)

“15  (49:16) Maar mij bevrijdt God uit de greep van het dodenrijk: Hij neemt mij tot zich. 16 (49:17) Wees niet bang wanneer iemand zo rijk is en zijn huis in gewichtigheid toeneemt:” (Ps 49:15-16 WV78)

“ Uw doden zullen herleven, mijn gestorven lichamen weer opstaan. Allen die slapen in het stof, zullen vol vreugde ontwaken. Want de dauw die u bedekt, is een lichtende dauw: de aarde brengt de schimmen weer tot leven.” (Jes 26:19 WV78)

“ En jij, ga het einde tegemoet, je zult je te ruste leggen om weer op te staan tot uw bescherming aan het einde der dagen.’” (Da 12:13 WV78)

De schrijver van de brief aan de Hebreeën schrijft in hoofdstuk 11 over dat geloof.
Velen menen echter dat sinds de komst van Jezus het geloof in eeuwig geluk in de hemel wordt gepredikt. Daarvan wisten de Here Jezus en de apostelen echter niets. Jezus heeft nooit enig woord daarover gesproken, integendeel: Hij gaf aan dat nooit iemand naar de hemel is gegaan alleen Hij dat zou doen (Joh. 3:13).

“ Nooit is er iemand naar de hemel geklommen, tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen.” (Joh 3:13 WV78)

Hij predikte de opstanding uit de doden (Joh. 6:39, 40, 44, 54; Luc. 20:35-36; Matth. 22:23-33).

“39 en dit is de wil van Hem die Mij gezonden heeft, dat Ik niets van wat Hij Mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag. 40 Dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit; en ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.’” (Joh 6:39-40 WV78)

“ Niemand kan tot Mij komen, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:44 WV78)

“ Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:54 WV78)

“35 maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven. 36 Zij kunnen immers niet meer sterven, omdat zij gelijk engelen zijn; en als kinderen van de verrijzenis zijn zij de kinderen van God.” (Lu 20:35-36 WV78)

“23  Die dag kwamen er Sadduceeen bij Hem; dezen houden dat er geen verrijzenis bestaat. Ze legden Hem daarom de volgende kwestie voor: 24 ’Meester, Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft zonder kinderen, moet zijn broer met diens vrouw trouwen om aan zijn broer een nageslacht te geven. 25 Nu waren er bij ons eens zeven broers. De eerste trouwde en stierf, en aangezien hij geen kinderen had, liet hij zijn vrouw na aan zijn broer. 26 Zo ging het ook met de tweede en de derde, tot en met de zevende. 27 Het laatste van alles stierf de vrouw. 28 Van wie van de zeven zal zij nu bij de verrijzenis de vrouw zijn? Ze hebben haar toch allemaal tot vrouw gehad?’ 29 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Gij vergist u, omdat gij noch de Schrift, noch Gods macht kent. 30 Na de verrijzenis is er geen sprake meer van huwen of ten huwelijk gegeven worden, maar men zal zijn als engelen Gods in de hemel. 31 En wat de verrijzenis der doden betreft, hebt ge niet gelezen wat door God tot u gezegd is: 32 Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob? Hij is geen God van doden maar van levenden.’ 33 Toen het volk dit hoorde, stond het verbaasd over zijn leer.” (Mt 22:23-33 WV78)

File:Christoph Schwarz (cirlce) Auferstehung Christi.jpg

Umkreis des Christoph Schwarz (um 1545–1592) – Die Auferstehung Christi, Öl auf Holz, 60 x 48 cm 16° eeuw

Ook de apostelen wezen vanaf de Pinkster-dag alleen op de opstanding. Let op de redenering van Petrus, dat David in Psalm 16 nooit over zichzelf gesproken kan hebben, omdat zijn graf in Jeruzalem het bewijs is van zijn dood. Maar het graf van Jezus is leeg, dus doelde David op Hem (Hand. 2:24-36). De opwekking van Jezus was voor Paulus het bewijs, de garantie dat ook allen die geloven zullen worden opgewekt (1 Kor. 15). Hij wachtte persoonlijk op zijn opstanding, niet op zijn hemelvaart (Fil. 3:10-11). Sterker nog: hij was bereid te sterven voor die hoop (Hand. 23:6).

“10 Ik wil Christus kennen, ik wil de kracht van zijn opstanding gewaarworden en de gemeenschap met zijn lijden, ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven 11 om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden.” (Flp 3:10-11 WV78)

“ Wetend dat het Sanhedrin ten dele uit Sadduceeen en ten dele uit Farizeeen bestond, riep Paulus, nu in het Sanhedrin uit: ‘Mannen broeders, ik ben een Farizeeer en een zoon van Farizeeen. Om de verwachting en de opstanding der doden sta ik terecht.’” (Hnd 23:6 WV78)

Waarom zouden zij deze verwachting hebben wanneer zij bij het sterven naar de hemel zouden gaan? Zou hun mond dan niet dáárvan overstromen? Maar nee, hun mond stroomde over van blijdschap over de opstanding van Jezus en de hoop die zij en wij daardoor mogen hebben eeuwig leven te ontvangen bij zijn komst. En nog een andere vraag: is het niet ongerijmd dat iemand die
bij het sterven naar de hemel is gegaan, met Jezus dan naar de aarde komt om opgewekt te worden en uit Diens mond te horen wat zijn of haar eeuwige bestemming zal zijn en vervolgens weer terug te gaan naar de hemel (of zoals sommigen denken naar een hel)?

Voor de gelovigen is de dood een slaap waaruit de Here hem of haar zal wekken bij zijn komst. Dat is het eenvoudige geloof dat God van ons vraagt. Kunnen wij Hem dat geloof tonen?

+

Volgende

Een veel voorkomende vraag: Waarom moest Jezus of God naar de hel?

++

Aanverwante lectuur

  1. In leven na dood gelovende Duitsers
  2. Tot bewust zijn komen voor huidig leven
  3. Niet de hemel maar de aarde
  4. Lichaam en ziel één
  5. Betreffende het spirituele lichaam
  6. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  7. Sterfelijkheid en onsterfelijkheid 3 Lichamelijke opstanding
  8. Sterfelijkheid en onsterfelijkheid 5 Griekse bezwaren tegen de opstanding
  9. Wat gebeurt er als wij sterven
  10. Eeuwenlange verkondiging van de hel als martelplaats
  11. Sheol, Sheool, Sjeool, Hades, Hel, Graf, Sepulcrum
  12. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  13. Al of niet onsterfelijkheid
  14. Ontbinding
  15. Wij zijn sterfelijk en zullen tot stof vergaan
  16. Decomposition, decay – vergaan, afsterven, ontbinding
  17. Een losgeld voor iedereen 2 Een verheven persoon van vlees en bloed
  18. De Verlosser 3 Zijn menselijke kant
  19. Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond
  20. Christus is waarlijk opgestaan uit de dood
  21. Vier redenen vóór de opstanding
  22. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  23. De hoop op leven
  24. Hoe zullen de doden weer levend gemaakt worden?
  25. Schapen en bokken 1 Aangenomen, verworpenen en slaven
  26. Twee soorten mensen
  27. God liefhebbenden gerechtvaardigd
  28. Wederopstanding, ook van huisdieren

+++

Gerelateerd

  1. Los Mý, gaan kerk!
  2. Alles het verander
  3. Jesus leef: geloof of gelieg? 

13 Comments

Filed under Geestelijke aangelegenheden, Nederlandse teksten - Dutch writings, Voelen en Welzijn, Vragen van lezers