Tag Archives: Terugkomst van Jezus

Een Bijbels antwoord op uw vraag: Wordt iedereen behouden

VRAAG: In 2 Pet. 3:9 staat dat God “niet wil, dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen”. Betekent dit nu dat uiteindelijk iedereen behouden wordt?

ANTWOORD: Je hoort dit vers soms zo uitleggen, maar dat zou botsen met de nadruk die de Bijbel voortdurend legt op onze verantwoordelijkheid om te reageren op Gods oproep tot bekering. Je moet zo’n vers niet los maken van het verband waarin het staat. Wat Petrus hier uitlegt is, dat God iedereen de gelegenheid geeft tot bekering te komen, d.w.z. dat Hij iedereen daarvoor voldoende tijd gunt. Want dat is het onderwerp hier. Hij waarschuwt zijn lezers dat er mensen zullen komen die zullen zeggen:

‘Waar blijft (Jezus) nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie vóór ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is’ (vs 4).

Het is in dat verband dat Hij uitlegt dat we het uitblijven van de wederkomst moeten zien als een vorm van genade, omdat God op deze manier meer mensen de gelegenheid geeft tot bekering te komen:

De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat (vs 9).

Hij geeft zo iedereen de gelegenheid zich te bekeren, maar dat moeten ze dan wel doen, anders gaan ze toch verloren. Weliswaar kunnen we onze eigen behoudenis niet zelf bewerken, maar we moeten wel tot bekering komen en voortdurend ijverig bezig zijn met zoeken naar de ‘enge poort’, waar de meesten echter toch niet zullen binnengaan.
Want dat beeld gebruikte Jezus juist in zijn antwoord op een vraag of er maar weinigen zouden worden gered (bijv. Luc. 13:23) En bij Lucas laat Hij daar op volgen:

Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen:

“Heer, doe open voor ons!”, dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? (vs 25).

We moeten dus constateren dat Petrus er met bovenstaande woorden juist eerder op wijst dat niet iedereen wordt behouden.

Leave a comment

Filed under Aanhalingen uit Heilige Geschriften, Levensstijl, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden, Vragen van lezers

Geloof een afleiding van het leven

Is het werkelijk zo dat iedereen in het leven gelooft? Vast staat wel dat niet iedereen gelooft in Dat wat leven geeft.

Sommigen beweren dat zij niet geloven. Eigenlijk klopt zulk een uitspraak helemaal niet, want ieder mens gelooft wel iets, al was het dat hij of iets bestaat, of iets zus of zo is.

Kunstenaar Hans Wap blijkt helder te zijn in een van z’n gesproken gedichten, uit Het kind van de rekening,

waar hij het over een konijn heeft en over een stad in het land, waar burgers met elkaar verbonden zijn. (Een stad onder de stad) Hij vraagt zich af wat er na de dood komt, en hoopt dat het hiernamaals een slijterij mag zijn.

**

Geloof het of geloof het niet. Ik geloof niet in het geloof. Bij ons thuis werd niet gebeden. We zetten de navigator aan als we een bestemming zochten‘.

George Knight vindt dat er wat pleit wat voor Waps uitgangspunt. Hij schrijft:

Het geloof wordt overgewaardeerd. Ik geloof niet als hij zegt dat hij nergens in geloofde. Kun je je dan ontwikkelen als kunstenaar? Hij is zo slim om er een weerwoord aan te verbinden: ‘diep van binnen‘. Dat laat geloof losjes toe. Zo opent zich de grote lijn in het leven.

Bij Hans Wap thuis werd niet gebeden. Hijzelf zegt niet in details te geloven, maar enkel in grote lijnen.
“Eigenlijk die van binnen, geloof ik nergens in.”
zegt hij. Zelfs
“niet in de brieven die achter mijn voordeur op de mat vallen.”
Hij neemt waar en leggen alles langs de mat.

George Knight geeft terecht aan dat het nodig is

om tijdens het leven in het leven te geloven.

Leven in het geloof is niet noodzakelijk. Geloof is afleiding van het leven. Geloof is het voorschot op de dood tijdens het leven. {Hans Wap: Geloof het of geloof het niet}

Iedereen hoort zelf keuzes te maken over hoe hij of zij naar de dingen wil kijken en wat er van te willen geloven. Zo moet dan ook iedereen zelf een beslissing nemen om al of niet in dingen te geloven of niet te geloven, maar komt het er ook op aan om al of niet te gaan geloven in een ontstaan van het heelal en in het al of niet zijn van een Maker of Schepper van het geheel.

Volgens George Knight

“maakt uiteindelijk niet uit.” {Hans Wap: Geloof het of geloof het niet}

Maar het maakt wel degelijk zeer veel uit. Dat al of niet geloven in de Goddelijke Maker zal bepalen of er al of niet iets zal komen in dit en na dit leven.

Hij schrijft:

Er volgt niets meer op. Het geloof heeft op het laatst geen diepere zin. Iedereen die gelooft valt ooit van het geloof af en voor iedereen die niet gelooft geldt hetzelfde. De bestemming staat vast. Voor allen. {Hans Wap: Geloof het of geloof het niet}

Maar het geloof en geloven hebben een grote zin in en voor het leven!

Er kunnen mensen zijn die van het geloof in God afvallen, maar een groot deel groeit verder in dat geloof en worden nog meer versterkt in dat geloof naar ze ouder worden. Heel wat mensen sterven in geloof.

Dat de bestemming vast stat voor allen is deels zeker. Iedereen zal namelijk geconfronteerd worden met “de dood”. Maar met wat er later, na de dood, gaat gebeuren is ook voor velen een vaststaand feit. Namelijk bij de terugkeer van Jezus zal deze komen te oordelen. En zijn oordeel over levenden en doden zal bepalend zijn voor diegenen die in geloof gestorven zijn, en door hem goedgekeurd zullen worden om Gods Koninkrijk binnen te gaan.

++

Aanvullend

  1. Geloof
  2. Geloof en Geloven

4 Comments

Filed under Beelden van de wereld (Foto's & Video's), Gedichten - Poëzie, Geestelijke aangelegenheden, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden, Sociale Aangelegenheden, Voelen en Welzijn

Wanneer zal de bruiloft van het Lam gebeuren

Reacties op in ons gedrukt tijdschrift verschenen artikelen:

Wanneer zal de bruiloft van het Lam gebeuren

Vraag: Ik hoor verschillende meningen over de bruiloft van het Lam. Waar en wanneer zal dat gebeuren, en wie zullen daar bij zijn?
Kunnen jullie mij wat Bijbelteksten geven die daar duidelijk over zijn?

Antwoord: De uitdrukking ‘de bruiloft van het Lam’ is afkomstig uit het Bijbelboek Openbaring: Openb. 19:6-10, meer speciaal vs 6b-8.

“6 Toen hoorde ik een geluid als van een grote menigte en als het gedruis van vele wateren en als het dreunen van zware donderslagen, en zij riepen: Alleluja! De Heer, onze God, de Albeheerser heeft zijn koningschap aanvaard. 7 Laat ons blij zijn en juichen en Hem de eer geven: de tijd is gekomen voor de bruiloft van het Lam en zijn bruid heeft zich al klaargemaakt.’ 8 (Voor haar bruidskleed kreeg ze smetteloos, blinkend lijnwaad; zinnebeeld van de goede daden van de heiligen.) 9 En de engel zei tot mij: ‘Schrijf op: zalig zijn die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam’. En hij voegde eraan toe: ‘Dit zijn de eigen woorden van God.’ 10 Toen viel ik voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Dat nooit! Aanbid God alleen. Ik ben slechts een dienstknecht zoals gij en uw broeders die het getuigenis van Jezus bezitten.’ Het getuigenis van Jezus immers is het dat de profeten bezielt.” (Opb 19:6-10 WV78)

Wanneer: Openbaring is een moeilijk boek, waar veel opvattingen over worden verkondigd. Maar eraan vooraf gaan de hoofdstukken 17-18, die spreken over een macht die oorlog voert tegen de heiligen (in het NT een aanduiding van de ware gelovigen, zie bijv. Rom. 1:7, en andere brieven van Paulus), en die wordt aangeduid met de naam ‘Het grote Babylon’. Die macht wordt in hoofd-stuk 18 geoordeeld (veroordeeld). In 18:24 wordt van haar gezegd:

… en in haar werd gevonden het bloed van profeten en heiligen en van allen,die geslacht zijn op de aarde.

Dit spreekt over vervolging van de gelovigen. In 19:1-4 worden dan over dat oordeel lofprijzingen geuit:

Hierna hoorde ik als een luide stem ener grote schare in de hemel zeggen: Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, want waarachtig en rechtvaardig zijn Zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist. En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden. En de vierentwintig oudsten en de vier dieren wierpen zich neder en aanbaden God, die op de troon gezeten is, en zij zeiden: Amen, halleluja!

De passage herinnert ons aan Jesaja. Daarin wordt ook gesproken over de ondergang van Babel, dat Gods volk in ballingschap had gevoerd, maar dat daarvoor door God geoordeeld werd. De ondergang van dat Babel betekende de bevrijding van Gods volk (in dat deel van Jesaja veelvuldig aangeduid als ‘Gods knechten’), maar staat bij Jesaja ook als een symbool van de bevrijding uit die andere gevangenschap: die van de zonde en de dood.

Zonder verderop alle details in te willen gaan, wil ik hier stellen dat dit verwijst naar de tijd van de opstanding (die plaats zal vinden bij Jezus’ wederkomst) wanneer de ‘wereld’ die door de eeuwen heen de ware gelovigen heeft verdrukt en vervolgd daarvoor geoordeeld zal worden, maar wanneer ook de dood van zijn kracht zal worden beroofd.

Hoererij staat voor valse leer (het beeld komt vooral uit Ezech. 23) en uit Openb. 17 & 18 blijkt dat de ‘afgoderij’ van de wereld vooral bestaat uit het dienen van de Mammon: de lust van het geld. De voor altijd opstijgende rook is een beeld dat uit Jes. 34 stamt, en heeft betrekking op het oordeel over Gods vijanden en de vijanden van Zijn volk. Maar laat u niet misleiden door de kop ‘gericht over Edom’. Het is duidelijk dat het gaat over een vernietiging die plaats heeft in het land Edom, maar die alle volken betreft (zie vs 1-2).

In Openb. 19, vanaf vs 11 zien we een beschrijving van een triomferende Messias (Christus) die vonnis velt en oorlog voert tegen de onrechtvaardigen. En in Openb. 20 lezen we over het begin van Gods Koninkrijk (daar aangeduid als een heerschappij van 1000 jaar) en over de eerste opstanding. Dat stemt overeen met wat ik boven al aangaf.

Conclusie 1: Het heeft betrekking op de tijd van Jezus’ wederkomst, wanneer hij oordeel velt en Zijn (Gods) Koninkrijk vestigt. Wij verwachten dit nu betrekkelijk snel.

Wie We lezen in 19:7b-8:

… de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen. Zijn bruid mag zich kleden met ‘smetteloos fijn linnen’ en dit zijn ‘de rechtvaardige daden der heiligen’.

Dat laat maar één conclusie toe: de bruid bestaat uit de gerechtvaardigde heiligen (= gelovigen).

Overigens meen ik dat de vertaling beter zou luiden als in de Statenvertaling:

‘de rechtvaardigmakingen der heiligen’.

De uitdrukking wijst terug naar zulke passages als:

Die de bruid heeft, is de bruidegom (Joh. 3:29, Joh. de Doper over Jezus) Want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen (2 Kor. 11:2, Paulus aan de gelovigen te Korinte)

Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft lief gehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.(Efez. 5:25-27, Paulus aan de gelovigen te Efeze)

Dit wordt herhaald in Openb. 21:2 en 9, Openb. 22:17. En de gedachte vinden we al in het OT met betrekking tot het gehele volk in bijv. Jer. 2:2, Ezech.16:8 en 23:4; alleen ligt daar de nadruk op hun huwelijksontrouw.

Conclusie 2: De ‘bruid’ is een aanduiding van de gemeente, d.w.z. de gezamenlijke gelovigen, levend ten tijde van Jezus’ wederkomst of in de periode daaraan voorafgaand (uiteraard voor zover zij bij het oordeel worden aangenomen).

Waar De ‘bruiloft’ is uiteraard een beschrijving van de aanname van de gemeente door Christus. Of dat plaats zal vinden op een bepaalde plek op aarde wordt ons in de Bijbel niet verteld, laat staan wáár die plek zich dan zou bevinden. Het gaat om het feit, niet om de locatie. Wel weten we dat de heiligen na Jezus’ wederkomst met hem zullen regeren in zijn Koninkrijk (Openb. 20:6), en we weten dat dit Koninkrijk wereldwijd zal zijn. Dus hun taken zullen zich uiteindelijk overal op aarde bevinden.

“ Zalig en heilig die deel hebben aan de eerste opstanding! Over hen heeft de tweede dood geen macht. Zij zullen priesters zijn van God en Christus, en met Hem als koningen heersen, duizend jaren lang.” (Opb 20:6 WV78)

RCR

 

+

Vindt ook te lezen:

  1. Wereld waarheen? #5 De Val van Babel
  2. De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
  3. Christus in Profetie #3 De Knecht in Jesaja (3) Gezalfde
  4. Christus in Profetie #5 De Knecht in Jesaja (5) Verhoging van de Knecht
  5. Verlossing #4 Het Paaslam
  6. De Wederkomst en de eindtijd #2 Blik op de nabije toekomst
  7. De Wederkomst en de eindtijd #4 De komende toorn

4 Comments

Filed under Geestelijke aangelegenheden, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden, Vragen van lezers

Wonderen van de schepping: Mammoetboom of reuzensequoia

Voorbeelden uit de natuurwereld van Gods’ grote wijsheid

Mammoetbomen

File:Grizzly Giant Mariposa Grove.jpg

De “Grizzly Giant” is een van de belangrijkste attracties in Mariposa Grove in Yosemite National Park. Het is een historische oude reusachtige sequoiaboom (Sequoiadendron giganteum). Let op de grootte van de personen onderaan de afbeelding voor schaal.

U zult in de Bijbel tevergeefs naar een vermelding van mammoetbomen zoeken, maar omdat zij tot de groep hoogste bomen ter wereld behoren, mogen wij ze niet over het hoofd zien. Trouwens, dat zou ook heel moeilijk zijn; want hun toppen zijn bijna niet te zien vanaf de grond!

Mammoetbomen kunnen namelijk wel 90 meter hoog worden en de stam kan een doorsnede van 7 meter hebben. Zij zijn inheems in Californië, maar zijn in Europa vaak als straat- of parkboom aangeplant.

Kegels en zaad van de Gigantische sequoia.

Kort geleden kwam ik op een Engels landgoed waar een aantal sequoia’s en mammoetbomen staan. Beide soorten hebben een zacht, sponsachtig en rood-bruin schors. Onder één van die bomen vond ik een eivormige kegel, bestaande uit een dertigtal schubben, die volledige bescherming bieden aan de zaden tot de tijd van voortplanting is gekomen. Dat gebeurt bij warmte, want na die kegel twee weken in huis te hebben gehouden, lagen er op een dag een aantal piepkleine zaadjes omheen. Zij meten maar 6 bij 4 mm.

Hoe kan een boom van zo’n enorme omvang voortkomen uit zo’n miniscuul zaadje?

Is dit niet één van de merkwaardigste wonderen van de schepping?

File:Sequoi.westonbirt.600pix.jpg

Sequoiadendron giganteum (Giant Sequoia) in Westonbirt Arboretum, Gloucestershire, Engeland. Westonbirt heeft 18000 bomen op een 260 hectare. – Gemaakt door Adrian Pingstone

De apostel Paulus gebruikte dit fenomeen als illustratie, toen hij de opstanding uit de doden wilde verklaren. In 1 Korintiërs 15 nam hij het op tegen de Griekse opvatting, dat een opstanding van het lichaam onzin is (zie Hand. 17:32); en als antwoord op de sceptische vraag:

“Hoe wordende doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?”,

wees hij naar het enorme verschil tussen zaad en plant (1 Kor. 15:35-38).

“35  Maar, zal iemand vragen, hoe verrijzen de doden? Met wat voor lichaam? 36 Een dwaze vraag! Ook wat gij zelf zaait moet eerst sterven voor het tot leven komt, 37 en wat gij zaait is slechts een graankorrel of iets dergelijks, en heeft nog niet de vorm die het zal krijgen. 38 God geeft er een lichaam aan zoals Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam.” (1Co 15:35-38 WV78)

Wat in dit leven onaanzienlijk en van geen betekenis lijkt te zijn, krijgt bij de wederkomst van Christus een verandering tot heerlijkheid, waarvan de mogelijkheden onze stoutste verwachtingen te boven gaan. Met een ander beeld gaf de engel Daniël te kennen, dat de rechtvaardigen in Gods Koninkrijk

“zullen stralen als de glans van het uitspansel …als de sterren, voor eeuwig en altoos” (Daniël 12:3, NBG‘51).

Als wij openstaan voor de warmte van Gods liefde kan dat ook met ons gebeuren.

 

C.T.

 

+

Voorgaande

Wonderen van de schepping: De eik

1 Comment

Filed under Ecologische aangelegenheden, Natuur, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden

Bijbels antwoord op uw vraag: Wat gebeurt er met ons na het sterven?

Het geloof waarover de Bijbel spreekt, is ‘opstandingsgeloof’. In het Oude Testament is er geen verwachting van gelovigen te vinden dat zij naar de hemel gaan. In plaats daarvan denken zij met afgrijzen aan de dood, als een toestand waarin er geen bewustzijn meer is (Pred. 9:10), geen gelegenheid God te loven en anderen te wijzen op Zijn heil (Ps. 6:6 en 30:10; Jes. 38:18-19).

“ Grijp met beide handen de kansen die je nu krijgt, want in de onderwereld waarheen je op weg bent is het gedaan met denken en doen, met kennis en wijsheid.” (Pre 9:10 WV78)

“(6:7) Kreunend en afgemat schrei ik nacht aan nacht op mijn bed, doordrenk ik mijn peluw met tranen;” (Ps 6:6 WV78)

“(30:11) Hoor mij, Jahwe, heb deernis; wees Gij, Jahwe, mijn helper.’” (Ps 30:10 WV78)

“18 Het dodenrijk brengt U geen lof, de doden prijzen U niet. Wie in het graf is afgedaald hoopt niet meer op uw trouw. 19 Levende mensen alleen kunnen U loven, zoals ik heden doe. Een vader alleen maakt zijn zonen bekend met uw trouw.” (Jes 38:18-19 WV78)

Zij zien de dood als een vijand, een wrede heerser, uit wiens macht je jezelf of een ander niet kunt bevrijden (Ps. 49:8).

“(49:9) te hoog is de prijs voor zijn leven, voor de eeuwigheid reikt hij niet toe:” (Ps 49:8 WV78)

De mens gaat naar het dodenrijk en vergaat tot stof. Daarbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen ziel en lichaam. Zo spreekt Jacob over zichzelf als neerdalend in het dodenrijk (bv Gen. 37:35). Maar hadden zij dan geen hoop? Jazeker wel: op de opstanding (zie bv. Ps. 49:15-16; Jes. 26:19; Dan. 12:13).

“ Al zijn zonen en dochters deden hun best om hem te troosten, maar hij liet zich niet troosten en zei: ‘Treurend daal ik af naar mijn zoon in het dodenrijk.’ En zijn vader bleef hem bewenen.” (Ge 37:35 WV78)

“15  (49:16) Maar mij bevrijdt God uit de greep van het dodenrijk: Hij neemt mij tot zich. 16 (49:17) Wees niet bang wanneer iemand zo rijk is en zijn huis in gewichtigheid toeneemt:” (Ps 49:15-16 WV78)

“ Uw doden zullen herleven, mijn gestorven lichamen weer opstaan. Allen die slapen in het stof, zullen vol vreugde ontwaken. Want de dauw die u bedekt, is een lichtende dauw: de aarde brengt de schimmen weer tot leven.” (Jes 26:19 WV78)

“ En jij, ga het einde tegemoet, je zult je te ruste leggen om weer op te staan tot uw bescherming aan het einde der dagen.’” (Da 12:13 WV78)

De schrijver van de brief aan de Hebreeën schrijft in hoofdstuk 11 over dat geloof.
Velen menen echter dat sinds de komst van Jezus het geloof in eeuwig geluk in de hemel wordt gepredikt. Daarvan wisten de Here Jezus en de apostelen echter niets. Jezus heeft nooit enig woord daarover gesproken, integendeel: Hij gaf aan dat nooit iemand naar de hemel is gegaan alleen Hij dat zou doen (Joh. 3:13).

“ Nooit is er iemand naar de hemel geklommen, tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen.” (Joh 3:13 WV78)

Hij predikte de opstanding uit de doden (Joh. 6:39, 40, 44, 54; Luc. 20:35-36; Matth. 22:23-33).

“39 en dit is de wil van Hem die Mij gezonden heeft, dat Ik niets van wat Hij Mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag. 40 Dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit; en ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.’” (Joh 6:39-40 WV78)

“ Niemand kan tot Mij komen, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:44 WV78)

“ Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:54 WV78)

“35 maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven. 36 Zij kunnen immers niet meer sterven, omdat zij gelijk engelen zijn; en als kinderen van de verrijzenis zijn zij de kinderen van God.” (Lu 20:35-36 WV78)

“23  Die dag kwamen er Sadduceeen bij Hem; dezen houden dat er geen verrijzenis bestaat. Ze legden Hem daarom de volgende kwestie voor: 24 ’Meester, Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft zonder kinderen, moet zijn broer met diens vrouw trouwen om aan zijn broer een nageslacht te geven. 25 Nu waren er bij ons eens zeven broers. De eerste trouwde en stierf, en aangezien hij geen kinderen had, liet hij zijn vrouw na aan zijn broer. 26 Zo ging het ook met de tweede en de derde, tot en met de zevende. 27 Het laatste van alles stierf de vrouw. 28 Van wie van de zeven zal zij nu bij de verrijzenis de vrouw zijn? Ze hebben haar toch allemaal tot vrouw gehad?’ 29 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Gij vergist u, omdat gij noch de Schrift, noch Gods macht kent. 30 Na de verrijzenis is er geen sprake meer van huwen of ten huwelijk gegeven worden, maar men zal zijn als engelen Gods in de hemel. 31 En wat de verrijzenis der doden betreft, hebt ge niet gelezen wat door God tot u gezegd is: 32 Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob? Hij is geen God van doden maar van levenden.’ 33 Toen het volk dit hoorde, stond het verbaasd over zijn leer.” (Mt 22:23-33 WV78)

File:Christoph Schwarz (cirlce) Auferstehung Christi.jpg

Umkreis des Christoph Schwarz (um 1545–1592) – Die Auferstehung Christi, Öl auf Holz, 60 x 48 cm 16° eeuw

Ook de apostelen wezen vanaf de Pinkster-dag alleen op de opstanding. Let op de redenering van Petrus, dat David in Psalm 16 nooit over zichzelf gesproken kan hebben, omdat zijn graf in Jeruzalem het bewijs is van zijn dood. Maar het graf van Jezus is leeg, dus doelde David op Hem (Hand. 2:24-36). De opwekking van Jezus was voor Paulus het bewijs, de garantie dat ook allen die geloven zullen worden opgewekt (1 Kor. 15). Hij wachtte persoonlijk op zijn opstanding, niet op zijn hemelvaart (Fil. 3:10-11). Sterker nog: hij was bereid te sterven voor die hoop (Hand. 23:6).

“10 Ik wil Christus kennen, ik wil de kracht van zijn opstanding gewaarworden en de gemeenschap met zijn lijden, ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven 11 om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden.” (Flp 3:10-11 WV78)

“ Wetend dat het Sanhedrin ten dele uit Sadduceeen en ten dele uit Farizeeen bestond, riep Paulus, nu in het Sanhedrin uit: ‘Mannen broeders, ik ben een Farizeeer en een zoon van Farizeeen. Om de verwachting en de opstanding der doden sta ik terecht.’” (Hnd 23:6 WV78)

Waarom zouden zij deze verwachting hebben wanneer zij bij het sterven naar de hemel zouden gaan? Zou hun mond dan niet dáárvan overstromen? Maar nee, hun mond stroomde over van blijdschap over de opstanding van Jezus en de hoop die zij en wij daardoor mogen hebben eeuwig leven te ontvangen bij zijn komst. En nog een andere vraag: is het niet ongerijmd dat iemand die
bij het sterven naar de hemel is gegaan, met Jezus dan naar de aarde komt om opgewekt te worden en uit Diens mond te horen wat zijn of haar eeuwige bestemming zal zijn en vervolgens weer terug te gaan naar de hemel (of zoals sommigen denken naar een hel)?

Voor de gelovigen is de dood een slaap waaruit de Here hem of haar zal wekken bij zijn komst. Dat is het eenvoudige geloof dat God van ons vraagt. Kunnen wij Hem dat geloof tonen?

+

Volgende

Een veel voorkomende vraag: Waarom moest Jezus of God naar de hel?

++

Aanverwante lectuur

  1. In leven na dood gelovende Duitsers
  2. Tot bewust zijn komen voor huidig leven
  3. Niet de hemel maar de aarde
  4. Lichaam en ziel één
  5. Betreffende het spirituele lichaam
  6. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  7. Sterfelijkheid en onsterfelijkheid 3 Lichamelijke opstanding
  8. Sterfelijkheid en onsterfelijkheid 5 Griekse bezwaren tegen de opstanding
  9. Wat gebeurt er als wij sterven
  10. Eeuwenlange verkondiging van de hel als martelplaats
  11. Sheol, Sheool, Sjeool, Hades, Hel, Graf, Sepulcrum
  12. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  13. Al of niet onsterfelijkheid
  14. Ontbinding
  15. Wij zijn sterfelijk en zullen tot stof vergaan
  16. Decomposition, decay – vergaan, afsterven, ontbinding
  17. Een losgeld voor iedereen 2 Een verheven persoon van vlees en bloed
  18. De Verlosser 3 Zijn menselijke kant
  19. Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond
  20. Christus is waarlijk opgestaan uit de dood
  21. Vier redenen vóór de opstanding
  22. Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
  23. De hoop op leven
  24. Hoe zullen de doden weer levend gemaakt worden?
  25. Schapen en bokken 1 Aangenomen, verworpenen en slaven
  26. Twee soorten mensen
  27. God liefhebbenden gerechtvaardigd
  28. Wederopstanding, ook van huisdieren

+++

Gerelateerd

  1. Los Mý, gaan kerk!
  2. Alles het verander
  3. Jesus leef: geloof of gelieg? 

13 Comments

Filed under Geestelijke aangelegenheden, Nederlandse teksten - Dutch writings, Voelen en Welzijn, Vragen van lezers