Tag Archives: Exodus 27:8

Wonderen van de Schepping: De acacia

Voorbeelden uit de natuurwereld van Gods’ grote wijsheid: De acacia

Acacia, (geslacht Acacia), geslacht van ongeveer 160 soorten bomen en struiken in de erwtenfamilie (Fabaceae). Acacia’s komen oorspronkelijk uit tropische en subtropische regio’s van de wereld, met name Australië (waar ze lellen worden genoemd) en Afrika, waar ze bekende herkenningspunten zijn op het veld en de savanne.

acacia tree

Acaciaboom (Acaciasoort) op een savanne in Zimbabwe. Foto: © EcoView / Fotolia

Bomen komen niet veelvuldig voor in de woestijn, maar in de Sinaï is de acaciaboom een bekend verschijnsel; het is zelfs de meest voorkomende boom in dat gebied. De acacia behoort tot een van de talrijkste bomenfamilies ter wereld en groeit tot in Australië toe. En wie kent ook niet de beelden van Afrikaanse savanna’s met hun paraplu-vormige acacia’s, als karakteristiek element in het landschap?

Model van de tabernakel in de Timnavallei in Israël[

File:MountSinaiView.jpg

Foto vanaf de top van de Sinaïberg

De Ark van het Verbond, gemaakt tijdens de uittocht uit Egypte op de berg Sinaï, wordt hier in de tempel van Salomo te Jeruzalem gedragen.

Wanneer wij dan in het boek Exodus lezen dat de tabernakel grotendeels uit acaciahout gemaakt moest worden, is dat te begrijpen.
De Israëlieten legerden zich toen aan de voet van de berg Sinaï, en God riep hen op acaciahout te brengen, wat zij deden (Ex. 25:5; 35:24).
De door God aangestelde vaklieden, Besaleël en Oholiab, hebben daarmee de ark van het Verbond, de tafel voor de toonbroden, het reukofferaltaar en het brandofferaltaar, alle met hun draagstokken, gemaakt (Ex. 25-27:30).

Het hout moest duurzaam maar niet te zwaar zijn. Daarom denkt men dat de wanden van de tabernakel niet van massieve planken werden gemaakt, zoals in de NBV staat, maar van een soort raamwerk, waar slanke staanders door dwarslatten met elkaar verbonden werden. Het Hebreeuwse woord in Exodus 26:15 qeresh is anders dan b.v. in Exodus 27:8, waar het woord luach iets massiefs beschrijft. De tabernakel was de ontmoetingsplaats tussen God en Zijn volk. Van tussen de cherubs op het verzoendeksel van de ark sprak Hij met Mozes (Ex. 25:21-22). Het woord tabernakel betekent tent of woonplaats en in de tabernakel zou God onder Zijn volk wonen.

In de proloog van zijn evangelie schreef Johannes:

“Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond (lett.getabernakeld)” – Joh. 1:14.

God heeft met ons gesproken door Zijn Zoon, zodat wij met hem verzoend mogen worden. Een tweede beeld van Jezus zien wij in de acaciaboom zelf, want Jesaja schreef over hem:

“Als een loot schoot Hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond” (Jes. 53:2).

Jezus groeide op als een levende, en levengevende, boom in een geestelijke woestenij. Doordat hij diep geworteld was in Gods Woord, kon hij de hitte van vijandschap en nijd weerstaan. De schaduwrijke acacia is dus een passend symbool van onze Verlosser.

C..T

Acacia penninervis

Acacia penninervis

+

Voorgaande

Wonderen van de schepping: Mammoetboom of reuzensequoia

1 Comment

Filed under Natuur, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden