Tag Archives: Hopen op God

Lofzang tot God de Allerhoogste Koning Die boven alle goden is

Er is slechts één aan wie wij Zijn heil van dag tot dag over heel de aarde willen verkondigen en dat is de sterke God, de eeuwige Vader. Zijn gave is eeuwig leven aan hen die Hem willen eren. Het zijn niet de doden die wij moeten loven, maar wel de levende God. Al wat adem heeft moet uiteindelijk Jehovah, Die welgevallen in Zijn Volk heeft, loven.

Heerlijk is onze God Zijn Naam op de ganse aarde! Hij, die Zijn majesteit gesteld heeft boven de hemel en aarde. Velen willen niet van Hem weten. Maar er zal een dag komen dat zij zullen schrikken en inzien dat Hij de Allerhoogste Koning is die het aardrijk beheerst.

Laten wij voor Die Allerhoogste lof en eer zingen, zodat Deze Zich zal laten kennen en verheffen zodat Zijn glorie de aarde zal omvatten. Wij verheugen ons op de dag die zal komen en wanneer Jehovah God alles op aarde door iedereen zal aanbeden worden en met lofgezangen zal geëerd worden. Allen zullen zingen ter eer van Zijn Naam en iedereen zal weten en erkennen dat slechts Hij – wiens naam Jehovah is, de Heer over heren en over heel de aarde is Die gezeten is op de allerhoogste troon.

Allen zullen erkennen dat Jehovah de Enige God is, de Soevereine Heer, boven heel de aarde hoog verrijzend boven alle goden. Voor Die God Wiens Werken groots, ongeteld en met door Zijn wijsheid geschapen zijn, aanschouwen wij de aarde die vervuld is met Zijn rijkdom.

Aan Die God verzoeken wij dat Zijn majestueuze glorie de aarde zal omvatten en dat Hij onze naam zal gedenken en ons tot Zich zal nemen, zodat wij in blijdschap zullen mogen verder leven.


“Zo weten wij nu van de spijs van de afgodenoffers, dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen ander God is dan de enige.” (1Co 8:4 NLB)“Zingt den Heer, alle landen, verkondigt dagelijks zijn heil.” (1Kr 16:23 NLB)“Want de beloning van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.” (Ro 6:23 NLB)

“Daarom spreekt de Heer, de God van Israël: Ik heb gesproken, dat uw huis en uws vaders huis zouden wandelen voor mij eeuwiglijk; maar nu spreekt de Heer: Het zij verre van Mij; want wie Mij eert, dien wil Ik ook eren, maar wie Mij veracht, die zal ook veracht worden.” (1Sa 2:30 NLB)

“Eer den Heer van uw goed en van de eerstelingen van al uwe inkomsten,” (Spr 3:9 NLB)

“Heer, de doden kunnen U niet loven, noch die nederwaarts dalen in de stilte!” (Ps 115:17 NLB)

“1  Hallelujah! Zingt den Heer een nieuw lied, de gemeente der heiligen love Hem. 2 Dat Israël zich verheuge in dengene, die hem gemaakt heeft, de kinderen van Sion vrolijk zijn over hunnen koning. 3 Dat zij zijnen naam loven in reien, met trommels en harpen voor Hem spelen. 4 Want de Heer heeft een welbehagen aan zijn volk, Hij helpt de ellendigen heerlijk. 5 Dat de heiligen vrolijk zijn en prijzen, en roemen op hunne legersteden.” (Ps 149:1-5 NLB)

“1  Hallelujah! Looft den Heer in zijn heiligdom, looft Hem in het uitspansel zijner macht. 2 Looft Hem in zijne daden, looft Hem in zijne grote heerlijkheid. 3 Looft Hem met bazuinen, looft Hem met luiten en harpen. 4 Looft Hem met trommels en reien, looft Hem met snaar [spel] en orgelspel. 5 Looft Hem met heldere cymbalen, looft Hem met welklinkende cymbalen. 6 Alles wat adem heeft, love den Heer. Hallelujah!” (Ps 150:1-6 NLB)

“En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en in de zee, en al wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op den troon zit, en het Lam zij lof en eer en heerlijkheid en kracht, van eeuwigheid tot eeuwigheid!” (Opb 5:13 NLB)

“Hallelujah! Welgelukzalig is Hij, die den Heer vreest, die groten lust heeft aan zijne geboden.” (Ps 112:1 NLB)

“En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook gaat tot in alle eeuwigheid op.” (Opb 19:3 NLB)

“Een psalm van David om voor te zingen, op de gittith. (8-2) Heer, onze Heerser, hoe heerlijk is uw naam in alle landen, Gij, wien men prijst in den hemel!” (Ps 8:1 NLB)

“De gehele wereld vreze den Heer, en Hem ontzie al wat op den aardbodem woont.” (Ps 33:8 NLB)

“(47-8) Want God is koning op den gehele aardbodem; zingt Hem dan een gezang.” (Ps 47:7 NLB)

“(57-6) Verhef U, o God, boven den hemel; en uwe eer over de gehele wereld.” (Ps 57:5 NLB)

“Een psalm, een lied om voor te zingen. Juicht Gode, gij ganse aarde.” (Ps 66:1 NLB)

“Het gehele land aanbidde U, het zinge uwen lof en love uwen naam, Sela.” (Ps 66:4 NLB)

“zo zullen zij erkennen, (83-19) dat Gij alleen, wiens naam Heer is, de Allerhoogste zijt in de gehele wereld.” (Ps 83:18 NLB)

“Zingt den Heer een nieuw lied, zingt den Heer, gij ganse aarde.” (Ps 96:1 NLB)

“Aanbidt den Heer in heilig sieraad; de gehele wereld vreze Hem.” (Ps 96:9 NLB)

“Want Gij, Heer, zijt de Allerhoogste in alle landen, Gij zijt ver verheven boven alle goden.” (Ps 97:9 NLB)

“Juicht den Heer, gij ganse aarde, zingt, roemt en looft.” (Ps 98:4 NLB)

“Een lofpsalm. Juicht den Heer, gij ganse aarde.” (Ps 100:1 NLB)

“Heer, wat zijn uwe werken groot en veel! Gij hebt ze alle wijselijk geschikt, en de aarde is vol van uwe goederen.” (Ps 104:24 NLB)

“Hij is de Heer onze God: Hij oordeelt over de gehele wereld.” (Ps 105:7 NLB)

“(108-6) Verhef U, o God, boven den hemel; en uwe eer zij over de gehele wereld.” (Ps 108:5 NLB)

“(89-25) En mijne waarheid en genade zullen bij hem zijn, en zijn hoorn zal in mijnen naam verhoogd worden.” (Ps 89:24 NLB)

“Hij begeert Mij, dus wil Ik hem uithelpen; hij kent mijnen naam, daarom wil Ik hem beschutten.” (Ps 91:14 NLB)

“Rondom Jeruzalem zijn bergen; en de Heer is rondom zijn volk, van nu af tot in eeuwigheid.” (Ps 125:2 NLB)

“Een lied in het hoge koor. Wie op den Heer hopen, zullen niet vallen, maar eeuwig blijven als de berg Sion.” (Ps 125:1 NLB)

“De Heer heeft grote dingen aan ons gedaan, dies zijn wij vrolijk.” (Ps 126:3 NLB)

“de Heer heeft behagen aan degenen, die Hem vrezen, die op zijne goedheid hopen.” (Ps 147:11 NLB)

“Want de Heer heeft een welbehagen aan zijn volk, Hij helpt de ellendigen heerlijk.” (Ps 149:4 NLB)

“die naar mijnen naam genoemd zijn, en die Ik geschapen heb tot mijne heerlijkheid, die Ik bereid en gemaakt heb.” (Jes 43:7 NLB)

“want van den opgang der zon tot den ondergang toe zal mijn naam heerlijk zijn onder de volken, en aan alle plaatsen zal mijnen naam gewierookt en een rein spijsoffer geofferd worden; want mijn naam zal heerlijk zijn onder de volken, spreekt de Heer Zebaôth.” (Mal 1:11 NLB)

“Maar ulieden, die mijnen naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en heil zal onder hare vleugelen zijn; en gij zult uit [gaan] en ingaan en huppelen als de mestkalveren.” (Mal 4:2 NLB)



 

+

Voorgaande

Een herinnering aan Jezus dood die toch vreugde mag schenken

++

Aanvullend

  1. Geloof in slechts één God
  2. De Enige Ware God
  3. Kracht en heerlijkheid behoren God toe
  4. Weest waakzaam met het oog op gebeden
  5. Looft Jehovah
  6. Looft Jehovah en bezingt Hem met melodieën
  7. Psalm 150 Looft Jah! Looft God
  8. Gedachte bij de Bijbellezing van 27 december: Elihu verklaart de majesteit van God
  9. Een lovende ziel voor Hem die troost, geneest, vergeeft, verlost, gaven en recht geeft, rijk aan ontferming
  10. Gebed na het lezen van Psalm 8

2 Comments

Filed under Aanhalingen uit Heilige Geschriften, Nederlandse teksten - Dutch writings, Religieuze aangelegenheden